Vrijwilligersvergoeding omhoog naar € 2.100

31 oktober 2023

Met ingang van 2024 stijgt de maximale vrijwilligersvergoeding  van € 1.900 euro naar € 2.100 per jaar. En van € 190 per maand naar € 210 per maand. Dit heeft de staatssecretaris onlangs bevestigd. Om deze regeling toe te mogen passen, moet wel aan de voorwaarden worden voldaan. Anders moet u de vergoeding over het algemeen renseigneren.

Omdat we in de praktijk regelmatig tegenkomen dat de vrijwilligersregeling niet (helemaal) juist wordt toegepast, besteden we hier in dit nieuwsbericht extra aandacht aan.

Om de vrijwilligersregeling toe te mogen passen, moet er sprake zijn van:

  • Een organisatie die de vrijwilligersregeling mag toepassen;
  • Een vrijwilliger (iemand die de arbeid niet beroepsmatig verricht);
  • Een niet marktconforme beloning die binnen de grenzen van de maximale vrijwilligersvergoeding blijft.

Welke organisatie mag de vrijwilligersvergoeding toepassen?

Niet elke organisatie kan de vrijwilligersregeling toepassen. Alleen de volgende organisaties kunnen gebruik maken van de vrijwilligersregeling:

  • ANBI-instelling. Of een instelling de ANBI-status heeft, kunt u controleren op de website van de Belastingdienst.
  • Een sportorganisatie. Bij de invoering van de vrijwilligersregeling is in de parlementaire behandeling nadrukkelijk vermeld dat ook een sport BV of NV gebruik kan maken van de vrijwilligersregeling.
  • Een organisatie die niet is onderworpen aan vennootschapsbelasting (Vpb) of daarvan is vrijgesteld. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijsorganisaties en zorginstellingen die geen aangifte Vpb hoeven in te dienen.

Bij een sportorganisatie en een ANBI zijn de rechtsvorm en het wel of niet aangifte vennootschapsbelasting (hoeven) doen niet van belang.

Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kwalificeren de Staat, de provincies, de gemeenten en de waterschappen in ieder geval als ANBI. Er gelden strenge voorwaarden aan het verkrijgen van een ANBI-status en vervolgens ook om deze te houden.

Vrijwilliger en niet-beroepsmatig de arbeid verrichten

Het niet beroepsmatig arbeid verrichten, betekent dat de vergoeding zo laag is dat deze niet in verhouding staat tot de omvang en de tijdsbesteding van het werk. Naast de reeds genoemde normbedragen per jaar en per maand is het algemeen beleid binnen de Belastingdienst dat het niet beroepsmatig arbeid verrichten gekoppeld wordt aan een maximale vergoeding per uur:

  • Vrijwilliger van 21 jaar of ouder: € 5,00
  • Vrijwilliger tot en met 20 jaar: € 2,75

Dit betekent bijvoorbeeld dat de vrijwilligersvergoeding niet kan worden toegepast als iemand een vrijwilligersvergoeding krijgt van € 80 per maand voor twee commissievergaderingen met een gemiddelde tijdsbesteding van 5 uur per vergadering. Dit omdat de vergoeding in dat geval, omgerekend naar een uurtarief, uitkomt op € 8 per uur.

Maximale vrijwilligersvergoeding

Vervolgens geldt de vrijwilligersregeling tot een maximum bedrag per maand en per jaar. Voor 2023 zijn deze bedragen, € 190 per maand en € 1.900 per jaar. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met een afronding op € 100. Hierdoor stijgt het maximaal onbelast te vergoeden bedrag in 2024 naar € 2.100 per jaar en € 210 per maand.

Hierbij geldt dat niet alleen een vergoeding in geld meetelt, maar ook eventueel ‘loon in natura’ moet worden meegeteld. Denk bijvoorbeeld aan een kerstpakket, een bloemetje en cadeaubonnen. Hier tegenover staat dat indien alleen een kostenvergoeding wordt betaald of de werkelijke kosten worden vergoed, er geen sprake is van een (belaste) beloning.

Vrijwilligerswerk en een bijstandsuitkering

Voor een vrijwilliger die een bijstandsuitkering ontvangt, is in de participatiewet geregeld, dat een eventuele vrijwilligersvergoeding niet gekort wordt op de bijstandsuitkering. Ook hier wordt aangesloten bij de fiscale maximale bedragen voor de vrijwilligersregeling. Dus in 2024 kan een bijstandsuitkeringsgerechtigde zonder korting op diens uitkering een vergoeding krijgen voor vrijwilligerswerk indien deze vergoeding niet meer bedraagt dan € 210 per maand en € 2.100 per jaar. Hierbij geldt wel dat de vrijstelling van een vrijwilligersvergoeding slechts eenmaal toegepast kan worden.

Renseigneringsverplichting als de vrijwilligersregeling niet geldt

Als de vrijwilligersregeling niet geldt omdat niet aan de voorwaarden wordt voldaan, maar de vrijwilliger krijgt wel een (hogere) ‘vrijwilligersvergoeding’, dan moet u beoordelen hoe de relatie met de ‘vrijwilliger’ fiscaal kwalificeert. Het kan zijn dat de arbeidsrelatie als een (fictieve) dienstbetrekking kan worden aangemerkt. Is dat niet het geval, dan betekent dit dat u de vergoeding moet doorgegeven aan de Belastingdienst op basis van de renseigneringsverplichting. Meer informatie daarover vindt u in op onze website onder de nieuwsartikelen hierover.

Meer weten?

Neem dan contact op met één van onze loonheffingen specialisten Marjon van Ginhoven of Remco Bosma. of uw vaste aanspreekpunt. 

Vrijwilligersvergoeding
Remco Bosma
Specialist Loonheffingen en Sociale Verzekeringen, Expert DHT/TCF

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *