De Algemene Rekenkamer heeft onlangs het verantwoordingsonderzoek over 2022 naar het Ministerie van Financiën gepubliceerd. Hieruit blijkt dat de Belastingdienst niet alleen als toezichthouder, maar ook als werkgever moeite heeft om de Wet DBA correct toe te passen. In dit artikel leest u hier meer over.
In onze vorige nieuwsbrief hebben wij een update gegeven ten aanzien van het inhuren van zelfstandigen en de Wet DBA.
De Algemene Rekenkamer heeft onlangs het verantwoordingsonderzoek over 2022 naar het Ministerie van Financiën gepubliceerd. Hieruit blijkt dat de Belastingdienst niet alleen als toezichthouder, maar ook als werkgever moeite heeft om de Wet DBA correct toe te passen.
Kamerbrief voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket
Op 3 april jongstleden heeft het Kabinet de Kamerbrief Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket naar de Kamer gestuurd. Hierin is de Kamer geïnformeerd over de (samenhangende) maatregelen voor de arbeidsmarkt, die het Kabinet nader wil uitwerken. Deze maatregelen zien onder meer op het vraagstuk omtrent de inhuur van zelfstandigen (zzp’ers). Het Kabinet is voornemens wetgeving te verduidelijken en het handhavingsmoratorium uiterlijk per 2025 op te heffen.
Zoals ook uit het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt, is het voor de praktijk zeer wenselijk dat er op korte termijn duidelijkheid komt over de spelregels ten aanzien van de inhuur van zelfstandigen (zzp’ers).
Verantwoordingsonderzoek 2022 Ministeries van Financiën en SZW
De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2022 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Financiën. De bevindingen hiervan zijn op 17 mei 2023 gepubliceerd. Met betrekking tot het dossier inhuur / Wet DBA is de conclusie opmerkelijk te noemen:
“’Wij constateren in ons verantwoordingsonderzoek over 2022 dat schijnzelfstandigheid niet alleen in het toezicht op belastingplichtigen een worsteling is voor de Belastingdienst. De Belastingdienst – en het departement als geheel – heeft namelijk als werkgever ook moeite om de Wet DBA correct toe te passen. Zo huurt het Ministerie van Financiën– via een tussenpartij – arbeidskrachten in, waarvan een deel op basis van een intern beoordelingskader in principe te kwalificeren is als schijnzelfstandige. Toch kiest het departement er op grond van een uitzonderingsprocedure bewust voor om hen in te huren. Zonder deze inhuur zou namelijk de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar komen.’’
Verderop in het rapport is vermeld dat deze uitzonderingsprocedure in 2022 ruim 300 keer is toegepast door de Belastingdienst en door Toeslagen.
In een reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer stelt de Minister van Financiën onder meer:
‘’Het spanningsveld tussen continuïteit van de bedrijfsvoering in een krappe arbeidsmarkt en het voldoen aan de wet DBA is hier voelbaar.’’
Tot slot is het volgende relevant. In het verantwoordingsonderzoek over 2022 naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) concludeert de Algemene Rekenkamer nog het volgende:
‘’Voor de aanpak van schijnzelfstandigheid is de minister van SZW voor een groot deel afhankelijk van de Belastingdienst. Wij hebben onderzocht hoeveel zicht de minister heeft op schijnzelfstandigheid, op de handhaving door de Belastingdienst en wat dit oplevert. Wij constateren dat de minister weinig zicht heeft op deze onderwerpen, en dat verbetering in de handhaving geen uitstel duldt.’’
Kortom, ook het Ministerie van SZW worstelt nog steeds met het dossier zelfstandigen en heeft hier vooralsnog onvoldoende grip op.
Gevolgen voor de praktijk
In de praktijk merken wij dat de Belastingdienst in haar rol als toezichthouder in vrijwel elk bedrijfsgesprek en gesprekken over (doorontwikkeling) horizontaal toezicht, het dossier inhuur bespreekbaar maakt. De Belastingdienst stelt dan vragen over het inhuurbeleid, gebruikte contracten (goedgekeurde modelovereenkomst of niet) en uitvoering en monitoring in de praktijk bij het werken met zelfstandigen (zzp’ers). Het is dan aan de belastingplichtige om aan te tonen dat zij handelt conform wet- en regelgeving, danwel dat zij hieraan werkt en middels een gericht plan op korte termijn aan de wet- en regelgeving kan voldoen.
De conclusies van de Algemene Rekenkamer dat de Belastingdienst in 2022 niet voldeed aan de wet- en regelgeving en vele malen bewust gebruik maakt(e) van de uitzonderingsprocedure, zijn dan ook opvallend te noemen. Net als de Algemene Rekenkamer begrijpen wij dat ook voor de Belastingdienst de continuïteit van de bedrijfsvoering van groot belang is. Echter, dit argument geldt natuurlijk voor alle belastingplichtigen in Nederland. Dit laat onverlet dat iedereen zich natuurlijk aan de wet- en regelgeving dient te houden, ook de Belastingdienst.
Juist van de Ministeries van Financiën en SZW en in het bijzonder de Belastingdienst, mogen belastingplichtigen verwachten dat de fiscale wet- en regelgeving, waarop zij de controle op de naleving doet, zelf correct naleeft. Ook herkennen wij de mogelijke negatieve gevolgen van dit rapport voor de werkzaamheden van belastinginspecteurs en de geloofwaardigheid van de Belastingdienst in het algemeen als de dienst zelf honderden uitzonderingsituaties goedkeurt met als argument de continuïteit van de bedrijfsvoering.
Overigens blijft ons advies aan u om als organisatie aan de slag te gaan met uw inhuurbeleid. Door nu alvast voor te sorteren op de eerder aangekondigde maatregelen en het vervallen van het handhavingsmoratorium, kunt u tijdig fiscaal en civielrechtelijk in control komen of blijven en risico’s zoveel als mogelijk borgen. Wij kunnen u hierbij desgewenst ondersteunen.
Wilt u meer weten over dit onderwerp?
Wij hebben ruime ervaringen met het opstellen van van inhuurbeleid en het inbedden van fiscale beheersmaatregelen in de organisatie. Meer hierover weten? Aarzel dan niet en neem contact op met één van onze specialisten of uw vaste aanspreekpunt: Remco Bosma of Marjon van Ginhoven.