Onderhandelingsakkoord Cao gemeenten en Cao SGO 2023

8 maart 2023

Op 21 februari is er nog een principeakkoord gesloten voor de Cao Gemeenten en Cao SGO. De ledenraden van de afzonderlijke partijen moeten hier nog mee instemmen, dit is op zijn vroegst 6 april 2023. Gaan zij akkoord, dan krijgen de cao’s terugwerkende kracht tot 2 januari 2023. Deze nieuwe cao’s lopen tot 1 januari 2024. In dit artikel meer over de gevolgen voor de loonheffingen van dit principeakkoord.

Het principeakkoord kent diverse afspraken op het gebied van salarisverhogingen, vergoeding voor hybride werken, verlof en vitaliteit alsook een verplichte RVU regeling. Hieronder lichten wij de gevolgen voor de loonheffingen toe van afspraken voor het jaar 2023 en verder die naar onze mening fiscaal de grootste impact (kunnen) hebben.

1. Extra salarisstijging van € 240

Per 2 januari stijgen alle salaris met een bedrag van € 240 op fulltime-basis. Let op! Dus op 1 januari krijgt de medewerker nog diens “oude” salaris, en met ingang van 2 januari het aangepaste salaris. Wij vermoeden dat dit te maken heeft met de pensioenregeling die als peildatum het salaris op 1 januari kent.

2. Een salarisstijging van 2%

Bovenop de stijging van € 240 krijgt iedereen een salarisstijging van 2% per 2 januari 2023.

Het cao minimumsalaris van € 14 per uur zoals dat vanaf 2022 geldt, wordt niet geïndexeerd.

3. Thuiswerkvergoeding vanaf 1 mei 2023 naar € 3 netto

Voor medewerkers die hybride werken (een mengvorm van thuiswerken en werken op locatie) gaat de thuiswerkvergoeding vanaf 1 mei 2023 omhoog naar € 3 netto. Deze vergoeding bestaat uit: 

  • Een netto-thuiswerkvergoeding van € 2,15 per dag. Voor dit bedrag geldt in 2023 een gerichte vrijstelling.
  • Een internetvergoeding van € 0,85 per dag. Als u geen kostenonderzoek doet naar deze vergoeding, dan komt dit bedrag ten laste van de vrije ruimte van de WKR.

Voor de internetvergoeding bestaan er mogelijkheden om, mits aan de voorwaarden wordt voldaan voor deze vergoeding, of een groot deel daarvan, alsnog een gerichte vrijstelling te laten gelden. Wij helpen u hier graag bij.

4. Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

Vanaf 1 januari 2024 kunnen medewerkers binnen de wettelijke en fiscale voorwaarden, gebruik gaan maken van een regeling om vervroegd uit te treden. Deze mogelijkheid gaat gelden voor:

  • Medewerkers die ten minste 43 ABP-dienstjaren hebben en ten minste 10 jaar in dienst zijn in de sector gemeenten (Cao gemeenten of Cao SGO).
  • Voor de duur van maximaal 2 jaar.
  • De uitkering bedraagt maximaal het bedrag van de RVU-drempelvrijstelling (€ 2.037 per maand in 2023).

Instroom in de RVU is mogelijk tot en met 31 december 2025. Bij deelname aan de RVU volgt volledige uitstroom. Wel is het mogelijk als zowel werkgever en werknemer hiermee instemmen om maatwerkafspraken te maken.
Doordat sprake zal zijn van een verplichte RVU, waar medewerkers op eigen initiatief gebruik van kunnen maken indien zij hiervoor in aanmerking komen, kan het verstandig zijn om eens goed naar de leeftijdsopbouw te kijken van het personeelsbestand en een inschatting te maken van het aantal medewerkers die hiervan (mogelijk) gebruik kunnen maken. Met inzet van data-analyse kunnen wij u helpen deze populatie in beeld te brengen.

5. Bovenwettelijke sociale zekerheid

Bij ziekte en arbeidsongeschiktheid wordt de wettelijke loondoorbetaling met ingang van 1 januari 2024 (voor medewerkers waarvan de eerste ziektedag op of na 1 januari 2024 ligt) vastgesteld op 104 weken. Het eerste jaar krijgt een medewerker die ziek is nog 100% doorbetaald, vanaf het 2e jaar wordt dit 70%. Met deze aanpassing wordt de hoogte en duur in overeenstemming gebracht het BW. Daarnaast wordt per 1 januari 2024 het in de huidige cao verlengde ontslagverbod voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten afgeschaft en de daarbij aanvullende voorzieningen beëindigd.

Heeft u voor uw medewerkers geen aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten, dan hebben uw medewerkers per 1 januari 2024 recht op een tegemoetkoming van € 10 per maand. Wordt hier verder niets over vastgelegd of anders bepaald, dan is dit bedrag conform artikel 1.10 van de huidige cao een bruto bedrag.

Meer weten?

Neem contact op met uw vaste aanspreekpunt of één van onze Loonheffingen specialisten Marjon van Ginhoven of Remco Bosma

Remco Bosma
Specialist Loonheffingen en Sociale Verzekeringen, Expert DHT/TCF

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *