Voortgang werken met zelfstandigen: concept wetsvoorstel gepubliceerd

12 oktober 2023

Al heel wat jaren zijn er zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die niet in dienstbetrekking willen werken, maar door het 100-jaar geleden geformuleerde werknemersbegrip en jurisprudentie toch het risico lopen als werknemer aangemerkt te worden. Na de VAR, de Beschikking Geen Loon, Wet DBA, modelovereenkomsten en de Webmodule, moet een modernisering van het werknemersbegrip voor de praktijk duidelijk maken wanneer een zzp’er nu wel en wanneer niet een werknemer is. Het Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden is gepubliceerd voor ‘internconsultatie’.

Ervan uitgaande dat het concept wetsvoorstel wordt aangenomen, is de voorlopige planning dat de wet op 1 juli 2025 in werking zal treden. Er zal geen overgangsrecht gaan gelden, dus ook lopende inhuur situaties moeten dan op 1 juli 2025 aan deze nieuwe wet voldoen.

In eerdere nieuwsberichten informeerden wij u al over de voortgang in dit dossier. Dit wetsvoorstel beoogt:

  • Het creëren van een gelijker speelveld voor contractvormen van werknemers en zelfstandigen;
  • Het verduidelijken van de regels over wanneer als werknemer gewerkt wordt en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden.
  • Het tegengaan van schijnzelfstandigheid;
  • Het versterken en verbeteren van de handhaving en in voorbereiding op afschaffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025.

Hoe wordt duidelijkheid gegeven?

De duidelijkheid wordt gegeven door een nieuwe invulling te geven aan wat er wordt bedoeld met “arbeid verrichten in dienst van een werkgever”. Het voorstel ziet op het hanteren van 3 criteria, om te beoordelen of iemand al dan niet als zzp’er de werkzaamheden kan verrichten:

A. Wordt het werk verricht onder werkinhoudelijke aansturing door de opdrachtgever,

B. Is het werk of de opdrachtnemer organisatorisch ingebed in de organisatie van de werkgever;

C. Wordt de arbeid voor eigen rekening en risico verricht?

In het wetsvoorstel is als toelichting het volgende beoordelingsschema opgesteld:

Dat betekent (en dat is nieuw!) dat indicatie die wijzen op zelfstandig ondernemerschap bij de beoordeling zwaarder wordt meegewogen dan dat dit nu het geval is. Concreet stelt het wetsvoorstel dat als er aan de ene kant sprake lijkt te zijn van een arbeidsovereenkomst, maar aan de andere kant ook voldoende indicaties bestaan dat iemand voor eigen rekening en risico werkt, dat dan het al dan niet zijn van zelfstandig ondernemer, de doorslag gaat geven. Er wordt op dat moment gekeken naar de zo te noemen contra-indicaties-plus (C+). Waarbij van belang is hoe de opdrachtnemer doorgaans in het economisch verkeer werkt, als zzp’er of niet. Het kabinet denkt hierbij aan de volgende indicaties:

  • De werkende heeft meerdere opdrachtgevers per jaar;
  • De werkende besteedt tijd en/of geld aan het opbouwen van een reputatie en het vinden van nieuwe klanten of opdrachtgevers;
  • De werkende heeft bedrijfsinvesteringen gedaan van enige omvang;
  • Het administratief handelen van de werkende wijst op ondernemerschap:
      •  De werkende is ingeschreven bij de KVK;
      • De werkende is btw-ondernemer;
      • De werkende heeft recht op de fiscale voordelen van het ondernemerschap (zoals ondernemersfaciliteiten).

Het wetsvoorstel bevat een 9-tal voorbeelden op basis waarvan de nieuwe indicaties worden toegelicht. De indicaties kennen een zo te noemen “open norm” wat zoveel betekent als blijven algemeen en vaag, en de rechter moet er in de praktijk maar via uitspraken verdere invulling aan gaan geven.

Het wetsvoorstel moet samen met nog een tweetal andere regelingen (de crisisregeling personeelsbehoud en het reguleren van flexwerk) zorgen voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Het creëren van een gelijker speelveld tussen werknemers en zzp’er, het verduidelijken van de regels, en de handhaving hierop, moeten de balans in het werken met en als zelfstandige(n) herstellen.

Planning

De voorlopige planning is dat het wetsvoorstel op 1 juli 2025 in werking zal treden. Er zal geen overgangsrecht gaan gelden, dus ook lopende inhuur situaties moeten op 1 juli 2025 aan deze nieuwe wet volden.

De fase van internetconsultatie, is de fase waarin door individuen en organisaties gereageerd kan worden op het wetsvoorstel en input kan worden gegeven. Na afronding van de internetconsultatie, wordt het wetsvoorstel -indien dat haalbaar is- mogelijk nog op punten aangepast en verduidelijkt. Vervolgens wordt het wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. De verwachting is dat de kans groot is dat dit wetsvoorstel wordt aangenomen, mogelijk met hier en daar nog een aanvullende verduidelijking. Wij houden de status van dit wetsvoorstel voor u in de gaten, en zullen zodra het wetsvoorstel na de internetconsultatie wordt ingediend u daar uiteraard op wijzen.

Organisaties die een (D)HT-convenant hebben gesloten met de Belastingdienst of die bezig zijn met aanbestedingstrajecten terzake van inhuur, doen er verstandig te beoordelen in hoeverre u nu al rekening moet houden met dit concept wetsvoorstel. Voor DHT-organisaties geldt dat het werken met externe arbeidskrachten (inhuur) in de regel een zogenoemd key risk is voor de loonheffingen. Als organisatie zult u dan ook in het kader van een tijdige fiscale beheersing, moeten laten zien dat u op de hoogte bent van de ontwikkelingen en tijdig voorbereid bent op (deze) nieuwe wet- en regelgeving.

Hoe nu verder als organisatie?

Wilt u meer weten over dit onderwerp of als wij uw organisatie kunnen helpen bij het voorbereiden op het Wetsvoorstel beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden, dan kunt u contact met ons opnemen.  Ook kunt u contact opnemen voor een “inhouse workshop” om op een interactieve wijze een plan van aanpak op te stellen, waarmee uw organisatie de komende 1,5 jaar aan de gang kan om zich zo goed als mogelijk op dit wetsvoorstel voor te bereiden in het kader van de fiscale beheersing en DHT. 

 

Marjon.van.ginhoven@fiscaliade.nl of 06- 820 12 150

Remco.bosma@fiscaliade.nl  of 06- 412 03 592

Remco Bosma
Specialist Loonheffingen en Sociale Verzekeringen, Expert DHT/TCF

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *