Reactie Ministerie Financiën op standpunt NVRD afval

18 november 2021

In onze afgelopen nieuwsbrieven hebben wij u geïnformeerd over het standpunt van het Ministerie van Financiën over de btw-belastingplicht van gemeenten bij gescheiden inzameling van afval. Het NVRD heeft begin dit jaar hierover een brief verzonden naar het Ministerie. Welk standpunt het NVRD heeft ingenomen en wat de reactie van het Ministerie hierop is, leest u in deze bijdrage.

Op 13 november 2019 heeft het ministerie van Financiën aangegeven dat voor de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval de gemeente niet optreedt als overheid, maar als btw-ondernemer. Consequentie daarvan is dat de btw op de inkoopkosten niet meer gecompenseerd kan worden vanuit het BCF compensatiefonds, maar verwerkt moet worden in de btw-aangifte. Dit standpunt werd met terugwerkende kracht tot 2015 ingevoerd. Het gevolg was dat elke gemeente voor vijf jaar de BCF teruggave en de aangifte btw diende te corrigeren. Dit leidde in sommige gevallen tot forse correcties en het opleggen van belastingrente door de Belastingdienst. Gelukkig konden sommige gemeenten de BCF terugbetaling verrekenen met de BCF teruggave inzake de re-integratie als gevolg van de Hoge Raad uitspraak hierover vorig jaar.

Standpunt NVRD

De NVRD heeft in haar brief van april 2021 aan de Belastingdienst aangegeven dat zij in overleg met de Belastingdienst wilde treden omdat zij van mening was dat de Belastingdienst uitgaat van onjuiste uitgangspunten. In de brief heeft de NVRD kortweg gemotiveerd aangegeven dat er sprake is van een overheidstaak omdat:

  • Dit in lijn ligt met het in juli 2020 in werking getreden Besluit gescheiden inzameling huishoudelijk afval; 
  • Dit uit de nota van toelichting van het Besluit regeling uitgebreide producentenverantwoordelijkheid blijkt.

Reactie Ministerie van Financiën

Op deze brief heeft het Ministerie van Financiën middels een brief gereageerd. Het Ministerie geeft aan dat de btw-belaste prestatie voor de gemeenten voortvloeit uit het feit dat de gemeenten een prestatie verrichten jegens de verantwoordelijken voor de gescheiden inzameling, zijnde de producenten. Dit is vastgelegd in de raamovereenkomst 2013-2022. De werkzaamheden voortvloeiend uit deze raamovereenkomst zijn aanvullend ten opzichte van de werkzaamheden volgend uit het besluit en mede daarom niet als overheidstaak aan te merken. Het Ministerie gaat overigens niet nader in op de Nota van Toelichting van het Besluit regeling uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

Wat betekent dit in de praktijk?

Uit bovenstaande weergave blijkt dat NVRD en het Ministerie uitgaan van verschillende uitgangspunten wat leidt tot verschillende belastingconsequenties voor de praktijk. Hierover is het laatste woord waarschijnlijk nog niet gezegd. Een definitief antwoord zal vermoedelijk alleen via de rechter beslecht kunnen worden. 


Belangrijke vragen die naar verwachting aan de orde komen zijn of het Ministerie de juiste interpretatie geeft aan de raamovereenkomst in relatie tot het besluit en of dit relevant is in het geheel van de gemaakte afspraken en regelgeving en of het Ministerie terecht niet nader in is gegaan op het door NVRD aangedragen argument afkomstig uit de nota van toelichting.  

Wilt u meer weten?

Wilt u meer weten over het standpunt van de NVRD of de reactie van het Ministerie op deze brief of wilt u weten wat dit voor uw organisatie in de praktijk betekent? Aarzelt u dan niet contact op te nemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *