Denksporten geen sport voor de Btw

18 november 2021

In onze afgelopen nieuwsbrieven hebben wij u geïnformeerd over de verruiming van de btw-vrijstelling voor sportaccommodaties en de gevolgen hiervan voor de exploitanten. Ook de onzekerheid over het verschil tussen commerciële en niet-commerciële sportexploitanten blijft nog steeds onderwerp van landelijke discussies. Nu wederom een wijzing: denksporten vallen per 1-1-2022 niet langer onder de btw-sportvrijstelling maar zijn btw belast. Waarom dit zo is, wat precies denksporten zijn en wat de gevolgen zijn van deze herkwalificatie leest u in deze bijdrage. 

Per 1 januari 2022 vallen denksporten niet meer onder de noemer ‘sport’ voor de btw. Om deze reden zullen denksportorganisaties en denksportevenementen geen gebruik meer kunnen maken van de sportvrijstelling dan wel het verlaagde tarief van 9% voor de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties. Ook op de btw-vrijstelling voor fondsenwervende (kantine)activiteiten kan dan geen beroep meer worden gedaan. 


De Staatssecretaris heeft deze wijziging aangekondigd als reactie op een eerdere uitspraak van het Hof van Justitie. Uit deze uitspraak was namelijk gebleken dat bridge geen sport is in ‘de zin van de btw’ omdat een voldoende lichamelijke component ontbreekt. Het is bevestigd dat dit ook geldt voor andere denksporten zoals schaken, dammen en go. Daarnaast heeft de Staatssecretaris onderzocht of denksporten mogelijk onder de cultuur btw-vrijstelling zouden kunnen vallen. De conclusie is echter dat dit niet aan de orde is.

 

Gevolgen voor de organisatie

Voor denksportorganisaties en -verenigingen kunnen de gevolgen van deze wijziging als volgt worden opgesomd: 

  • Prestaties van denksportorganisaties én toegangsverlening tot denksportevenementen worden nu belast met 21% btw.
  • De denksportorganisatie zal verplicht btw-aangifte moeten doen. Ook zal hij moeten beschikken over een geactiveerd btw-nummer.
  • Als organisatie krijgt u recht op aftrek van btw over investeringen en kosten voor uw onderneming. Dit kan ook gevolgen hebben voor investeringen die zijn gemaakt vóór 2022.
 

De toekomst

Uit het verhaal van het Hof van Justitie is dus gebleken dat denksporten niet onder de btw-kwalificatie ‘sport’ vallen omdat de ‘lichamelijk component’ te verwaarlozen is. Onduidelijk is of dit in de toekomst ook gevolgen gaat hebben voor sporten zoals bowlen, biljarten en darten.

 

Wat betekent dit in de praktijk?

Het niet meer kwalificeren van denksporten als ‘sport’ voor de btw kan ook gevolgen hebben voor u. Wij sommen de volgende aandachtspunten voor u op:

  • Een economisch gevolg van het nu te volgen btw-tarief van 21% is dat de beoefening van een denksporten duurder zal worden. Een aantal Kamerleden heeft zijn zorgen al uitgesproken over de gevolgen voor zowel beoefenaars als de verenigingen zelf.
  • Omdat de sportvrijstelling in de betreffende situaties geen rol meer speelt kan het zo zijn dat de gemeente nu belast kan verhuren of een accommodatie ter beschikking kan stellen aan de denksportorganisatie. Een gevolg hiervan is dat de gemeente de btw-kosten, gemaakt voor deze belaste prestaties, kan aftrekken.
  • Het ter beschikking stellen van een accommodatie ter behoeve van de beoefening van denksporten kan een btw-belastingplicht met zich meebrengen. 
 

Wilt u meer weten?

Wilt u meer weten over de gevolgen of wilt u weten wat dit voor uw organisatie in de praktijk betekent? Aarzelt u dan niet contact op te nemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *