Opstalrecht zonnepanelen belast met overdrachtsbelasting?

30 januari 2024

December 2023 heeft de Belastingdienst een standpunt gepubliceerd over zonnepanelen en overdrachtsbelasting. In dit artikel geven wij de gevolgen hiervan aan. Vervolgens geven wij in bredere zin fiscale aandachtspunten bij duurzaamheidsmaatregelen zoals zonnepanelen.

Inleiding

Op 19 december 2023 heeft de kennisgroep antwoord gegeven (publicatie: KG:052:2023:7)  op de vraag of bij het vestigen van een opstalrecht ten behoeve van zonnepanelen overdrachtsbelasting verschuldigd is, als daarvoor géén tegenprestatie of retributie verschuldigd is.  

Samengevat is geen overdrachtsbelasting verschuldigd over zonnepanelen in een tweetal varianten van een door de Belastingdienst omschreven casus. Namelijk zowel wanneer de vestiging van het opstalrecht gebeurt vóór of ná het aanbrengen van de zonnepanelen.

Hieronder gaan we kort in op deze casussen en de gevolgen hiervan voor overheidsorganisaties.

Uitgangspunten casus zonnepanelen

A BV heeft zonnepanelen in eigendom en verhuurt deze aan X (de eigenaar van een gebouw) tegen een periodieke vergoeding (huur). 

X vestigt een recht van opstal op de grond en/of het gebouw waaraan de van A BV gehuurde zonnepanelen worden geplaatst, waardoor A BV via het opstalrecht eigenaar blijft van de zonnepanelen. Het vestigen van het opstalrecht gebeurt om niet (zonder retributie/tegenprestatie door A BV aan de eigenaar van het gebouw X), voor de duur van de huurovereenkomst.

Hierna gaan wij nader in op de twee varianten en het kennisgroepstandpunt inzake de overdrachtsbelasting.

Belangrijk hierbij is ook om te vermelden dat de zonnepanelen in deze casussen zijn gekwalificeerd als ‘onroerende zaak’, anders zou namelijk ook niet aan de vraag over de overdrachtsbelasting kwalificatie worden toegekomen. Zonnepanelen kunnen ook als roerend kwalificeren, afhankelijk van waar/hoe deze zijn bevestigd (“bestanddeel worden van de grond of het pand, hetzij direct of indirect duurzaam verenigd worden met de grond”). Dit is mede van belang voor de btw, waarop nader wordt ingegaan in het hoofdstuk: gevolgen/mogelijkheden voor de overheidspraktijk

Kennisgroepstandpunt overdrachtsbelasting zonnepanelen

Het standpunt van de Belastingdienst valt uiteen in twee varianten, waarbij in beide gevallen wordt gesteld dat geen sprake is van overdrachtsbelasting.

Van belang is eerst dat de verkrijging van een opstalrecht een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting is (tenzij). Overdrachtsbelasting is door de verkrijger verschuldigd over de waarde van het opstalrecht ten tijde van de verkrijging (notariële akte). Hierbij wordt eerst naar de tegenprestatie en retributie gekeken. Die is er in deze varianten niet. De heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting is in dat geval dan de waarde in het economische verkeer van het door A BV verkregen recht van opstal.

De Belastingdienst komt vervolgens als volgt tot de conclusie dat in beide varianten geen sprake is van overdrachtsbelasting:

  1. Vestiging opstalrecht vóór het aanbrengen van de zonnepanelen:
    In dat geval is volgens de kennisgroep van de Belastingdienst geen overdrachtsbelasting verschuldigd omdat de heffingsmaatstaf nihil is.
    Het opstalrecht omvat in deze situatie nog niet de eigendom van de zonnepanelen, en daarmee ook niet de waarde.
    A BV is bevoegd en zelfs verplicht om de zonnepanelen te plaatsen en het opstalrecht heeft een afhankelijk karakter. Omdat ook geen retributie verschuldigd is, leidt dit tot een waarde van nihil.
  2. Vestiging opstalrecht ná het aanbrengen van de zonnepanelen:
    In dat geval is volgens de kennisgroep van de Belastingdienst geen overdrachtsbelasting verschuldigd omdat sprake is van een vrijstelling overdrachtsbelasting (artikel 15, eerste lid, letter i Wet op belastingen van rechtsverkeer).
    Het opstalrecht omvat in deze situatie wel de eigendom en dus de waarde van de zonnepanelen. De waarde van het opstalrecht is dan gelijk aan de waarde van de zonnepanelen. Omdat de zonnepanelen echter door de verkrijger voor eigen rekening zijn geplaatst geldt voor A BV de genoemde vrijstelling.

Gevolgen/mogelijkheden voor de overheidspraktijk

Dit kennisgroepstandpunt is in bepaalde specifiek genoemde situaties relevant, maar duurzaamheidsmaatregelen zoals zonnepanelen komen in vele soorten en varianten voor in de overheidspraktijk. Zo kan een gemeente bijvoorbeeld een dak van een gebouw of een stuk grond ter beschikking stellen om niet, of juist wel tegen vergoeding, kan een aparte entiteit worden opgericht voor duurzaamheidsmaatregelen, kan met zakelijk rechten worden gewerkt etc.

Ook is van belang hoe de zonnepanelen kwalificeren, roerend of onroerend. Dit is van belang voor de overdrachtsbelastingkwalificatie, waar dit kennisgroepstandpunt over gaat. Maar dit is eveneens van belang voor de btw-kwalificatie en volgperiode van de investering (herzieningsperiode voor de btw als bij de investering btw is verrekend), zijnde vijf jaar voor roerende zaken en tien jaar voor onroerende zaken.

Van belang is daarom dat exact wordt geduid wie welke activiteit gaat verrichten, en in welke vorm dit gebeurt. Door dit op tijd (voorafgaand aan de investering) te duiden kunnen gevolgen voor de btw, overdrachtsbelasting, vennootschapsbelasting en evt. energiebelasting worden bepaald en kan hier waar mogelijk op worden gestuurd, mede zodat de investering zo rendabel mogelijk is. Het bovenstaande geldt zowel voor zonnepanelen, maar geldt in bredere zin ook voor andere duurzaamheidsmaatregelen. 

Wij denken hierin graag met u mee om dit fiscaal zo optimaal mogelijk vorm te geven!

Wilt u meer weten over dit onderwerp?

Neem dan gerust contact op met onze btw-specialist Nikita Brameijer of Marian Roberti. Wij helpen u graag verder!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *