Hoge Raad: Geen btw-aftrek gemeente bouw school 

26 oktober 2022

De Hoge Raad en het Hof hebben opnieuw een oordeel geveld over een btw-constructie met betrekking tot de btw aftrek bij de bouw van een school. Deze uitspraak is belangrijk voor gemeenten en weerspiegelt een inmiddels consistente lijn wat betreft btw-aftrek voor bouwkosten van scholen voor gemeenten. Plus de btw verleggingsregeling door de aannemer toegepast op de factuur aan de gemeente is onjuist. Oppassen dus met deze constructies!

 

De feiten

De gemeente heeft een brede school laten bouwen. De bouwkosten bedragen ruim 5 miljoen euro, inclusief btw. De stichting en woningcorporatie hebben samen met de gemeente afgesproken dat het schoolgebouw vóór de ingebruikneming ervan in eigendom overgaat naar de woningcorporatie. Het schoolgebouw is hierbij verkocht voor 550.000 euro, belast met btw door de gemeente aan de stichting. De verkoop btw van ruim een ton is door gemeente op aangifte voldaan. De verkoop had als voorwaarde dat de woningcorporatie het gebouw verplicht als school gebruikt voor 30 jaar en indien dit gebouw verkocht wordt, heeft de gemeente op basis van wederzijds vertrouwen een eerste recht tot koop tegen een vooraf bepaalde prijs.

De woningcorporatie heeft vervolgens volgens afspraak het schoolgebouw verhuurd aan de stichting.

 

Onterechte verlegging

De aannemer heeft de btw verlegd naar de gemeente, zodat niet de aannemer maar de gemeente de btw over de verkoop moet betalen aan de Belastingdienst. De rechter heeft hierover beslist dat deze verlegging onterecht was en dat de aannemer toch de btw moest afdragen en dus ook berekenen op de factuur over de bouwkosten aan de gemeente. De gemeente wil vervolgens de afgedragen btw in aftrek brengen, omdat ze van mening is dat zij de school btw belast kan leveren aan de corporatie.

 

Btw-aftrek: geen vergoeding bedongen

De btw die aan de gemeente in rekening is gebracht, kan alleen worden afgetrokken indien de overdracht aan de woningcorporatie als een levering onder bezwarende titel kan worden aangemerkt. Indien dit namelijk niet als zo’n levering kan worden aangemerkt, heeft de gemeente geen btw-prestatie verricht waaruit recht op aftrek voortvloeit. De Inspecteur is in deze zaak van mening dat er geen levering onder bezwarende titel heeft plaatsgevonden.

 

Het Hof is na het verwijzingsarrest van de Hoge Raad meegegaan in het standpunt van de Inspecteur: er is voor de levering door de gemeente aan de woningcorporatie geen vergoeding bedongen. De totale financieringslast voor de school gedragen door de corporatie bedraagt circa 975.000 euro. Dit moet niet als vergoeding worden aangemerkt, maar als een rentedragende lening van de corporatie aan de gemeente met een looptijd van 30 jaar. Wat hier meespeelt is dat de de gemeente de school voor hetzelfde bedrag van 975.000 euro na 30 jaar weer kan terugkopen. Hierbij wordt er naar de mening van het Hof in een keer de financieringslast volledig afgelost.

 

Het Hof meent dat er in het hiervoor beschreven samenstel van rechtshandelingen uiteindelijk geen vergoeding voor de school is bedongen. De gemeente mag de btw op de bouwkosten dus niet in aftrek brengen.

 

Gevolgen voor de praktijk

Niet voor de eerste keer in de afgelopen jaren oordeelt de Hoge Raad over een samenstel van rechtshandelingen die leidt tot weigering van btw-aftrek voor de bouw van scholen. Indien er bij de overdracht van een schoolgebouw in wezen een lening is verstrekt, zoals in deze zaak, kan er geen sprake zijn van een ‘echte’bedongen vergoeding en is er dus ook geen mogelijkheid tot btw-aftrek.

 

Tot Slot

Als u vragen of opmerkingen heeft, dan kunt u contact opnemen met een van onze specialisten of uw vaste aanspreekpunt:
– BTW specialist Nikita.brameijer@fiscaliade.nl of 06-219 34 361

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *