In het belastingplan is het voorstel gedaan een vrijstelling in de overdrachtsbelasting op te nemen wanneer woningen worden teruggekocht met een verkoopregulerend beding.
Wat houdt het voorstel in?
Het is mogelijk om bij het verkrijgen van een vastgoedobject een verkoopregulerend beding op te nemen. Dit is vaak gebruikelijk bij de overdracht van scholen of andere maatschappelijke gebouwen, waardoor de gemeente na bijvoorbeeld 50 jaren of bij einde van het gebruik het pand terug krijgt voor de boekwaarde en/of € 1. Steeds meer wordt dit middel ook ingezet om starterswoningen toegankelijk te maken voor lagere inkomens. Denk hierbij aan koopgarant gerelateerde afspraken bij het verkopen van woningen aan starters. Kort gezegd komt dit er op neer dat de eerste verkoper aan de starter via diverse varianten de woning bij latere verkoop terugkoopt of een deel van de overwinst ontvangt bij verkoop. Dit wordt dan geregeld via een verkoopregulerend beding.
Het is het voorstel om in de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR) onder voorwaarden een vrijstelling van overdrachtsbelasting in te voeren bij de terugkoop van een woning als hiermee uitvoering wordt gegeven aan een verkoopregulerend beding. Dit geldt alleen voor verkoop door natuurlijke personen, waarbij het verkoopregulerend beding bij de eerdere verkrijging aan deze natuurlijke persoon is opgelegd.
Het kabinet acht het onder voorwaarden niet wenselijk dat de verkrijging naar het algemene tarief (2021: 8%) wordt belast, omdat de verkrijger de woning niet als hoofdverblijf gaat gebruiken maar weer voor nieuwe starters gaat inzetten.
Zonder vrijstelling kan een prikkel ontstaan om de starterswoningen niet meer aan een starter door te verkopen, maar bijvoorbeeld aan een doorstromer of om de woning in eigen beheer te houden. Deze mogelijke gevolgen voor starters acht het kabinet niet wenselijk. Daarom wil het kabinet fiscale belemmeringen zoveel mogelijk voorkomen met deze maatregel.