Onvoorwaardelijk recht uitruil reiskosten

21 oktober 2020

Wanneer bestaat nu een onvoorwaardelijk recht op uitruil IKB?

Zoals wij in onze eerdere nieuwsbrieven reeds hebben aangegeven, komen door het vele thuiswerken veel medewerkers dit jaar niet aan de ondergrens van “128 werkelijke reisdagen” om een vaste onbelaste reiskostenvergoeding te kunnen krijgen op grond van de 214-dagenmethode.

In het zo te noemen “coronabesluit” is goedgekeurd dat wanneer medewerkers voor of uiterlijk op 12 maart een onvoorwaardelijk recht hebben op een vaste reiskostenvergoeding, dat de werkdagen thuis door de coronamaatregelen, meetellen als reisdagen voor de 214-dagenmethode. De Belastingdienst heeft een aantal vragen met antwoorden over de reiskosten en thuiswerken op internet geplaatst, deze vragen zijn te vinden op
https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/coronavirus/content/vragen-en-antwoorden-over-loonheffingen-en-de-coronacrisis

Onvoorwaardelijk recht

Wij krijgen veel vragen binnen die gaan over de vraag wanneer medewerkers nu wel of niet een onvoorwaardelijk recht hebben gekregen op een vaste reiskostenvergoeding, wanneer zij een deel van het IKB inzetten voor een vaste reiskostenvergoeding.
Door de administratieve verwerking bij veel organisaties, is het vaak nodig dat medewerkers een “vinkje” moeten aanzetten om de vaste reiskostenvergoeding van uit het IKB tot uitbetaling te laten komen.

Beschikt u over een verklaring of keuze van uw medewerker van voor 13 maart dit jaar, dat de medewerker IKB wilt inzetten voor een onbelaste vaste reiskostenvergoeding? Dan hebben we begrepen dat de Belastingdienst het wel of niet moeten zetten van een “vinkje” als een belangrijke indicator ziet om te oordelen of sprake is van onvoorwaardelijk recht. Het wel of niet zetten van dit “vinkje” om uit te ruilen, wordt dan als volgt worden uitgelegd:

  • Moet de medewerker toch uiterlijk in december een “vinkje” aanzetten om de netto vaste reiskostenvergoeding uit te laten betalen, dan loopt u het risico dat de Belastingdienst zich op het standpunt zal stellen dat pas op het moment van zetten van dit “vinkje” een onvoorwaardelijk recht ontstaat.
  • Hoeft de medewerker na 12 maart “niets” meer te doen (dus ook geen “vinkje” meer zetten, hooguit wanneer de medewerker kiest voor een eerder moment van uitbetalen) en wordt vervolgens in december ‘’automatisch’’ (een deel van) het IKB als onbelaste vaste reiskostenvergoeding uitbetaald, dan kan worden gesteld dat sprake is van een onvoorwaardelijk recht.

Veel organisatie hebben in de administratieve processen dit “vinkje” ingericht om het voor medewerkers mogelijk te maken om het uitbetalingsmoment te kiezen van de vaste onbelaste reiskostenvergoeding. Wilt u geen risico lopen in de situatie waarin uw medewerkers voor 13 maart jl. hebben aangegeven hun IKB in te willen zetten voor een vaste onbelaste reiskostenvergoeding? Zorg er dan voor dat het aanzetten van het “vinkje” voor een uitbetaling in december uit uw proces wordt gehaald.

Remco Bosma
Specialist Loonheffingen en Sociale Verzekeringen, Expert DHT/TCF

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *