Actualiteiten formeel belastingrecht en WOZ – editie 2

28 maart 2023

Bekijk hier alle relevante jurisprudentie op het gebied van formeel belastingrecht en WOZ.

  1. Brief Ministerie van Financiën inzake plan van aanpak no-cure-no-pay problematiek BPM en WOZ
    Lees hier meer >>
  2. Woning en mantelzorgwoning zijn twee WOZ-objecten
    Lees hier meer >>
  3. Drie tuinbouwbedrijven die een kilometer uit elkaar liggen vormen geen samenstel voor de WOZ
    Lees hier meer >>

1. Brief Ministerie van Financiën inzake plan van aanpak no-cure-no-pay problematiek BPM en WOZ

In een brief aan de Tweede Kamer heeft de Staatssecretaris van Financiën, Fiscaliteit en Belastingdienst laten weten een plan van aanpak te hebben geformuleerd die voor no-cure-no-pay bedrijven (NCNP) bedrijven de financiële prikkel moet wegnemen, zonder daarbij de rechtsbescherming uit het oog te willen verliezen.

Het plan van aanpak bestaat uit de volgende elementen:
1. Standaard uitbetalen van de vergoedingen voor de WOZ en de BPM aan de belanghebbende.
2. Een apart regime voor het recht op een proceskostenvergoeding voor de WOZ en de BPM.
3. Geen toekenning van proceskostenvergoeding ingeval de WOZ-waarde of de BPM-waarde slechts licht wordt bijgesteld.
4. Verplicht informeel traject voor de WOZ.
5. Intensiveren van de handhavingsstrategie bij de zogenoemde parallelimport van motorrijtuigen.
6. Niet langer uitkeren van de vergoeding van immateriële schade bij de WOZ en BPM.

Voor Prinsjesdag wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van het plan van aanpak.

2. Woning en mantelzorgwoning zijn twee WOZ-objecten

In een procedure voor Hof Amsterdam stond de vraag centraal of een woning en een mantelzorgwoning moeten worden aangemerkt als één of twee WOZ-objecten.

Hierbij was de eigenaar van de woning de mening toegedaan dat als gevolg van de mantelzorg door zijn dochter het gebruik van de mantelzorgwoning gelijk moet worden gesteld aan de gebruiker van de woning. Het Hof Amsterdam is van mening dat er sprake is van twee WOZ- objecten. Vast staat dat de objecten beiden als zelfstandig WOZ-object kunnen dienen. Het feit dat mantelzorg wordt verleend, wil niet zeggen dat het feitelijk gebruik daarmee tot één gebruiker kan worden gereduceerd.

Ook had belanghebbende zich op de waarderingsinstructie van de Waarderingskamer beroepen. Het Hof merkt daarbij op dat deze instructie slechts een hulpmiddel is. De toetssteen is artikel Wet WOZ. Overigens zou ook niet zijn voldaan aan de door de Waarderingskamer opgestelde voorwaarde in de instructie dat er een verplichting zou bestaan tot verwijdering van de woning bij verkoop of beëindiging van de zorg. De woning bevindt zich daarnaast al lange tijd op het perceel.

3. Drie tuinbouwbedrijven die een kilometer uit elkaar liggen vormen geen samenstel voor de WOZ

Belanghebbende heeft betoogd dat verschillende objecten behorende tot hetzelfde bedrijf tot een samenstel behoord. Daarbij is gewezen op de organisatorische samenhang van het bedrijf op de verschillende locaties. Het Hof oordeelt als volgt:

Er is geen sprake van een samenstel omdat de onmiskenbare georgrafische samenhang ontbreekt tussen de onroerende zaken.

Het Hof leidt uit hetgeen de Hoge Raad in het Schipholarrest heeft geoordeeld (zie het citaat hiervoor in 5.3.1.) af dat wanneer, zoals in dit geval, tussen de onroerende zaken onmiskenbaar geografische samenhang ontbreekt, de onroerende zaken niet bij elkaar horen in de zin van artikel 16, lid 3, Wet WOZ en geen samenstel zijn. Het standpunt van belanghebbende dat reeds sprake is van geografische samenhang in het geval de onroerende zaken in dezelfde gemeente zijn gelegen, berust naar het oordeel van het Hof op een onjuiste rechtsopvatting.

Vervolgens oordeelt het Hof: Dat wordt niet anders – integendeel – wanneer de volgende omstandigheden daarbij in onderling verband in aanmerking worden genomen. De genoemde onroerende zaken zijn elk afzonderlijk voor het productieproces van de tomatenkwekerij uitgerust en operationeel en beschikken over eigen kassen, koelruimtes, verpakkingsruimten, kantines/kleedruimtes met sanitair en kantoorruimtes.

De onroerende zaken hebben een eigen bewaterings- en bemestingssysteem en warmtekrachtkoppeling. De onroerende zaken kunnen afzonderlijk van elkaar worden verkocht en afzonderlijk van elkaar worden gebruikt.

Aan het in 6.3 en 6.4 overwogene doet voorts niet af dat bedrijfseconomisch en-organisatorisch gezien sprake is van enige samenhang, aangezien ervoor is gekozen het bedrijfsproces zo in te richten dat een bepaalde soort tomaten slechts kan worden verpakt op één van de drie locaties, een teeltmachine wordt uitgewisseld tussen de locaties, over het fietspad tussen [adres 1] en [adres 3] met een vorkheftruck wordt gereden om een teeltmachine uit te wisselen, de bedrijfsvoering centraal wordt aangestuurd en personeel op alle drie de locaties werkt. Deze omstandigheden berusten echter op een subjectieve keuze van de ondernemer om zijn bedrijfsproces op een bepaalde manier in te richten en laten onverlet dat de onroerende zaken ieder voor zich operationeel zijn voor de tomatenteelt, ook als die jaarrond plaatsvindt. Ook de omstandigheid dat vanaf de weg zichtbaar is door middel van een aanduiding dat de onroerende zaken bij dezelfde onderneming in gebruik zijn, legt onvoldoende gewicht in de schaal.

Meer weten?

Neemt u dan contact op. Wij praten u hier graag over bij. Fiscaliade, afdeling lokale belasting, Olga Menger.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *