Wanneer de werkgever de kosten betaalt of vergoedt voor de inschrijving in een beroepsregister of lidmaatschap van een beroepsvereniging, dan kan het zijn dat deze kosten ten laste van de vrije ruimte komen. In de praktijk zien wij regelmatig dat er ten onrechte van wordt uitgegaan dat hiervoor een gerichte vrijstelling geldt. Onze ervaring bij afstemmingstrajecten is dat de Belastingdienst zeer kritisch is op deze kosten.
Beroepsregisters
Wanneer u als werkgever de kosten vergoedt voor de inschrijving in een beroepsregister, dan geldt hiervoor onder de WKR alleen een gerichte vrijstelling indien sprake is van:
- Een wettelijk voorgeschreven inschrijving in het register. Dit geldt bijvoorbeeld voor een inschrijving in het BIG-register voor zorgverleners en SKJ-register voor jeugdprofessionals.
- Een door de beroepsgroep opgelegde inschrijving.
- Een niet verplichte inschrijving, maar wel één met voldoende kwaliteitsborging vanuit de beroepsvereniging.
Voldoet het beroepsregister niet aan één van deze voorwaarden, dan komen de kosten ten laste van de vrije ruimte van de WKR.
Lidmaatschappen beroepsverenigingen
Onze ervaring is dat veel werkgevers het beleid hebben om lidmaatschapskosten van beroepsverenigingen te vergoeden omdat het naar hun mening van belang is voor de uitoefening van de dienstbetrekking om zo de kennis actueel te houden. Het fiscale beleid is echter strikter, waardoor een groot deel van kosten voor deze lidmaatschappen ten laste van de vrije ruimte komen omdat niet aan de fiscale voorwaarden wordt voldaan.
De Belastingdienst heeft hierover een standpunt gepubliceerd voor een collectief lidmaatschap bij een fictieve beroepsvereniging. Kort samengevat is het besliskader als volgt:
- Gelden er toelatingseisen?
- Is inschrijving verplicht in de branche?
- Is scholing verplicht (PE-punten)?
- Is sprake van het (aantoonbaar) onderhouden en verbeteren van kennis en vaardigheden ter vervulling van de dienstbetrekking?
- Is sprake van voldoende kwaliteitsborging?
Deze lijn sluit aan bij de beoordeling die wij eerder van de Belastingdienst hebben ontvangen over het lidmaatschap van de burgemeester voor het ‘Nederlands Genootschap van Burgemeesters’ (NGB) en ook recent voor het collectieve-, of individuele lidmaatschap voor de ‘Nederlandse Vereniging van Raadsleden’ (NVR). Deze kosten komen naar mening van de Belastingdienst ten laste van de vrije ruimte omdat er geen verplichting tot scholing geldt.
Wat moet u doen?
Ga na of u kosten voor lidmaatschappen van beroepsverenigingen en inschrijvingen in beroepsregisters vergoedt en ga deze lidmaatschappen beoordelen hoe deze kwalificeren voor de WKR. Er geldt alleen een gerichte vrijstelling indien er voldoende kwaliteitsborging vanuit de beroepsvereniging is. Als iedereen lid kan worden van een beroepsvereniging, er geen verplichting geldt voor permanente educatie (PE-punten), kennisdeling niet voorop staat en er onvoldoende kwaliteitswaarborgen zijn, dan komen de kosten ten laste van de vrije ruimte.
Let wel op, wordt er een cursus, congres, workshop of training gevolgd bij de beroepsvereniging waarvoor apart betaald moet worden? Dan geldt voor deze kosten mogelijk wel de gerichte vrijstelling voor opleidingen. Deze toets kunt u separaat uitvoeren.
Data-analyse WKR en lidmaatschappen
Indien gewenst kunnen wij middels het inzetten van data-analyse de lidmaatschappen in uw administratie traceren en een eerste beoordeling hiervan voor u uitvoeren en daarmee een risico-inschatting maken.
Op basis hiervan kunnen wij een lijst voor u opstellen die de basis kan vormen voor een jaarlijks te generen rapport voor dit onderdeel van de WKR, zodat u op een juiste wijze deze kosten kunt meenemen.
Meer weten?
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Aarzel dan niet en neem contact op met loonheffingen specialist Marjon van Ginhoven of Remco Bosma.