Recentelijk heeft de Kennisgroep invordering & civiel recht van de Belastingdienst zich uitgelaten over de vraag of de ontvanger – net als de inspecteur – een fiscale eenheid omzetbelasting (hierna: FE OB) kan aanmerken als eigenbouwer.
Kennisgroepstandpunt belastingdienst - FE OB eigenbouwerschap
Ondernemers voor de btw kunnen bij de Belastingdienst een verzoek indienen om een verklaring af te geven, waarin door de Belastingdienst een standpunt wordt ingenomen over twee vragen. Te weten:
- Moet op grond van artikel 12 Wet OB 1968 (hierna Wet OB) jo. artikel 24b, lid 3, Uitv. besl. OB 1968 (hierna: UBOB) de verleggingsregeling in de btw worden toegepast; én
- Geldt op grond van artikel 35 IW 1990 (hierna IW), voor de eigenbouwer een hoofdelijke aansprakelijkheid voor de loonbelastingschulden van onderaannemers?
Deze verklaring wordt ondertekend door zowel de Inspecteur als de Ontvanger, die beiden een andere rol hebben in dit proces en beoordeling. De ontvanger gaat namelijk over het wel of niet kwalificeren als ‘eigenbouwer’ in de zin van artikel 35 IW (wat in het kort gaat over aansprakelijkheid voor niet voldane loonbelastingschulden in de keten). De inspecteur beantwoordt vragen over de toepassing de verleggingsregeling in de wet OB.
In het kennisgroepstandpunt wordt de vraag beantwoord of de ontvanger de FE OB kan aanmerken als eigenbouwer. De Kennisgroep invordering & civiel recht stelt dat de ontvanger voor de toetsing of een FE OB kwalificeert als ‘eigenbouwer’ de bedrijfs- en ondernemersfictie van de FE OB moet toepassen.
De inspecteur sluit bij beoordeling over het toepassen van de verleggingsregeling aan bij de uitleg van het begrip ‘ondernemer’. Er zijn namelijk situaties waarin de inspecteur oordeelt dat een FE OB in zijn geheel als ‘eigenbouwer’ kan worden aangemerkt, zodra één van de onderdelen als eigenbouwer in de zin van artikel 35 IW kwalificeert.
De vraag is gesteld aan de Kennisgroep of de uitleg van de inspecteur met betrekking tot de FE OB en het zijn van eigenbouwer, dezelfde is die de ontvanger moet gebruiken in dit kader. Dit blijkt het geval.
Gesteld wordt dat het wenselijk is dat de ontvanger de begrippen ‘bedrijf’ en ‘ondernemer’ in de Wet OB, op eenzelfde wijze uitlegt voor de IW. Daarom moeten bij de beoordeling of een FE OB als eigenbouwer kan worden aangemerkt, deze zelfde begrippen worden gehanteerd, waardoor een FE OB als eigenbouwer kan worden aangemerkt.
Lees meer hierover op de website van de Belastingdienst. Hierin is een beschouwing opgenomen waarin ook meer informatie staat over begrippen die worden genoemd, zoals de fiscale eenheid omzetbelasting en het begrip eigenbouwer:
Gevolgen voor de praktijk
In de overheidspraktijk zal een combinatie van de fiscale eenheid btw en het eigenbouwerschap niet vaak aan de orde zijn. Dit kan echter wel het geval zijn bij bepaalde activiteiten van bijvoorbeeld een gemeente/provincie en een aan haar gelieerde entiteit (bijv. 100%-deelneming), waarmee zij een FE OB vormt. Te denken aan realisatie van grote (infra)projecten, een gemeentelijk woonbedrijf, realisatie van een MFC/MFA, penvoerderschappen en samenwerkingsprojecten.
Daarbij is onder meer van belang om te beoordelen welke rol de gemeente/provincie of andere overheidspartij aanneemt. Onder meer toetsing van de criteria: “uitvoeren van een werk in de normale uitoefening van bedrijf’, algehele leiding bij een project/specifieke kennis en kunde, zijn nodig om te beoordelen of sprake is van eigenbouwerschap en daarmee verleggingsregeling in de btw (en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de loonheffingen). Lang niet in alle gevallen is bij dergelijke projecten sprake van eigenbouwerschap, maar dit kan wel het geval zijn.
Mocht dit bij uw organisatie aan de orde komen of als u twijfelt over toepassing van het bovenstaande, kijken wij hierin graag mee.
Meer weten?
Wilt u meer weten over dit onderwerp of als wij uw organisatie hierbij behulpzaam kunnen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met:
Btw-specialist Nikita.brameijer@fiscaliade.nl of 06-219 34 361
Btw/Vpb specialist Marian.roberti@fiscaliade.nl of 06-512 42 478