In het Belastingplan zijn een beperkt aantal maatregelen opgenomen waar de gemeente mee te maken kan krijgen bij hun duurzaamheidsplannen. Lees hier meer over de opvallendste maatregelen.
Uitbreiding overgangsrecht Postcode regeling
Gemeenten kunnen bij het vaststellen van hun plannen omtrent duurzaamheid te maken krijgen met bijvoorbeeld lokale energiecoöperaties. Deze energiecoöperaties konden tot 2021 gebruik maken van de zogenaamde Postcoderoos regeling. Het doel van deze regeling was het stimuleren van opwekking van lokale energie. De Postcoderegeling is vanaf 1 april 2021 in principe opgehouden te bestaan en omgevormd tot een subsidie. Maar voor de Postcoderegeling was wel een overgangsregeling opgenomen. Omdat deze overgangsregeling in de praktijk knelpunten kent bij de investeringszekerheid, heeft het kabinet de overgangsregeling uitgebreid.
Voorgesteld wordt om in geval van het vertrekken van een lid wel toe te staan dat een nieuw lid recht krijgt op de voordelen van de Postcoderoosregeling, zolang deze nog geldt voor de betreffende coöperatie.
Aanpassing verlaagd tarief walstroom
In het Belastingplan 2021 was reeds een verlaagd tarief voor de energiebelasting en een nihiltarief voor de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) voor walstroominstallaties geïntroduceerd. Deze treden op 1 oktober 2021 in werking. Nu wordt door het kabinet voorgesteld om de definitie van walstroominstallaties aan te passen, zodat bepaalde walstroominstallaties die nu niet kwalificeren voor het verlaagde tarief, daar toch gebruik van kunnen maken.
Een vereiste om gebruik te kunnen maken van het verlaagde tarief voor een walstroominstallatie, is dat de walstroominstallatie moet beschikken over een zelfstandige aansluiting. In de praktijk zijn voorbeelden naar voren gekomen waarbij dit niet altijd het geval is (bijv. er is aansluiting op het distributienet via bijvoorbeeld het havengebouw of er is in het geheel geen sprake van aansluiting op het distributienet, maar er is sprake van een directe lijn zonder eigen meter). Het kabinet vindt het wenselijk dat ook deze installaties gebruik kunnen maken van het verlaagde tarief. De definitie van walstroominstallatie wordt zodanig aangepast dat ook installaties die niet beschikken over een zelfstandige aansluiting kunnen kwalificeren voor het verlaagde tarief. Deze installaties zal dan wel voorzien moeten zijn van een comptabele meetinrichting. Waaraan deze meetinrichting moet voldoen wordt nog regelgeving vastgesteld. Daarin zal in ieder geval worden opgenomen:
- Voldoen aan eisen zoals vastgelegd in Meetcode elektriciteit;
- Wordt beheerd en uitgelezen door een erkend meetverantwoordelijke;
- Dient enkel de elektriciteit te meten die de walstroominstallatie ingaat ten behoeve van levering walstroom aan schepen.
Aanpassing energiebelasting ter voorkoming van dubbele belastingen
Daar waar een gemeente of provincie zich bezighoud met (groot)schalige plannen omtrent de opslag van elektriciteit, is het volgende van belang. Onder de huidige wetgeving (energiebelasting) kan het opslaan van energie onder omstandigheden leiden tot dubbele belasting in de energiebelasting. Hiervan is alleen het geval bij organisaties met een grootverbruikersaansluiting (Een elektriciteitsaansluiting van meer dan 3x80A (ampère).
Deze dubbele belasting acht het kabinet niet wenselijk en niet aansluiten bij het doel van de wet. Daarom wordt de energiebelasting zodanig aangepast dat deze dubbele belastingheffing wordt voorkomen.
Indien binnen een gemeente sprake is van duurzaamheidsprojecten waarbij energieopslag gemoeid is, is het verstandig de milieubelastingconsequenties in kaart te brengen.