De gevolgen van de Wet minimumbelasting 2024 voor de publieke sector

6 december 2023

Het wetsvoorstel minimumbelasting 2024 (“Pillar 2”) is op 26 oktober jl. aangenomen door de Tweede Kamer. Later deze maand zal het voorstel in de Eerste Kamer worden behandeld. Naar verwachting treedt het wetsvoorstel per 1 januari 2024 in werking. Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat multinationals en binnenlandse groepen met een geconsolideerde omzet van € 750 miljoen of meer altijd ten minste 15% belasting over hun winst betalen. De mogelijke gevolgen van dit wetsvoorstel zijn bijheffing (indien minder dan 15% belasting is geheven) en de nodige (jaarlijkse) administratieve verplichtingen (ook indien er niet hoeft te worden bijgeheven). Dit wetsvoorstel heeft niet alleen gevolgen voor internationaal opererende bedrijven in de private sector maar ook voor organisaties in de publieke sector. De meeste overheden, waaronder gemeenten, zijn uitgesloten van deze regelgeving.

Achtergrond wetsvoorstel Pillar 2

De achtergrond van dit wetsvoorstel ligt in het internationale belastingveld. Binnen de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is afgesproken om het internationale belastingstelsel te herzien. Een wereldwijde minimumbelasting (Pillar 2) is onderdeel van dit OESO akkoord. Met een minimumbelasting wordt beoogd een ondergrens te stellen aan belastingconcurrentie tussen staten (“voorkomen van een race to the bottom”). Daarnaast moet dit voorstel het minder aantrekkelijk maken om winsten naar laagbelastende landen te verschuiven.

In het licht van Pillar 2 is de Europese Commissie met een voorstel gekomen voor een richtlijn om een minimumbelasting in de EU te implementeren. Dit voorstel is aangenomen door de lidstaten en verplicht Nederland om voor het einde van het jaar de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. 

Nederland is vervolgens met het wetsvoorstel minimumbelasting 2024 gekomen. Dit wetsvoorstel is op 26 oktober jl. door de Tweede Kamer aangenomen en zal halverwege december nog door de Eerste Kamer worden behandeld en in stemming gebracht, zodat deze op 1 januari 2024 in werking kan treden.

Reikwijdte wetsvoorstel

Met dit wetsvoorstel wordt een nieuwe belasting geïntroduceerd, los van de vennootschapsbelasting. Multinationals en binnenlandse groepen met een wereldwijde geconsolideerde groepsomzet (op basis van de commerciële jaarrekening) van € 750 miljoen of meer krijgen met dit wetsvoorstel te maken. Zij gaan in dit voorstel deze nieuwe belasting betalen, indien deze groep in één of meerdere landen waarin zij gevestigd is, effectief minder dan 15% aan belasting over de winst betalen. Deze nieuwe belasting zorgt grofweg voor een bijheffing tot 15%.

Administratieve verplichtingen

Naast de eventuele bijheffing moeten groepen die aan de kwalificaties, zoals de omzetgrens voldoen, ook jaarlijks een bijheffings-informatieaangifte indienen. Deze aangifte bevat naast de berekening van de mogelijke bijheffing en de verdeling daarvan over de verschillende jurisdicties ook informatie over de groepsentiteiten en de groepsstructuur. Deze informatie is voor de belastingautoriteiten nodig om de potentiële bijheffing te controleren. Deze aangifte moet in principe ook ingediend worden als er geen sprake is van een bijheffing. Alleen als de belastingplichtige onder bepaalde safe harbour regels valt, kan er een uitzondering worden gemaakt op deze administratieve verplichtingen.

Welke entiteiten zijn uitgesloten van dit wetsvoorstel?

Dit wetsvoorstel is van toepassing op alle entiteiten die geen overheid zijn en niet specifiek als entiteit zijn uitgesloten. Dit betekent dat dit wetsvoorstel in ieder geval niet van toepassing is op:

  • de Staat inclusief ministeries en agentschappen
  • provincies
  • gemeenten
  • waterschappen
  • uitgesloten entiteiten, zoals:
    • overheidsentiteiten
    • non-profitorganisaties

Om te kwalificeren als overheidsentiteit of non-profitorganisatie moet aan een diverse vereisten worden voldaan.

Uitgesloten overheidsentiteit

Onder overheidsentiteit wordt verstaan een entiteit die deel uitmaakt van of volledig wordt gehouden door een overheid en aan de volgende (beknopt weergegeven) voorwaarden voldoet:

a. die geen handels- of bedrijfsmatige activiteiten verricht en als voornaamste doel heeft het vervullen van een overheidsfunctie of het beheren of beleggen van activa van die overheid;
b. die verantwoording moet afleggen aan die overheid; en
c. waarvan de activa bij ontbinding toekomen aan die overheid.

Voorbeelden van overheidsentiteiten die over het algemeen zullen zijn uitgesloten, zijn door de overheid gehouden rechtspersonen die enkel zijn opgericht om bepaalde overheidstaken uit te voeren en waarover verantwoording moet worden afgelegd aan die overheid.

Uitgesloten non-profitorganisaties

Onder non-profitorganisatie wordt verstaan een entiteit die geen handels- of bedrijfsmatige activiteit verricht die niet direct samenhangt met het doel waarvoor zij is opgericht en aan de volgende (beknopt weergegeven) voorwaarden voldoet:

a. die is opgericht voor uitsluitend religieuze, charitatieve, wetenschappelijke, artistieke, culturele, sportieve, educatieve of andere soortgelijke doeleinden;
b. waarvan nagenoeg al het inkomen is vrijgesteld van belasting naar het inkomen;
c. die geen aandeelhouders of leden heeft die een eigendomsrecht of een recht van vruchtgebruik hebben op haar inkomsten of activa;
d. waarvan de inkomsten of de activa niet mogen worden uitgedeeld aan of worden aangewend ten voordele van een private persoon of een niet-charitatieve entiteit;
e. die bij beëindiging van haar activiteiten of bij liquidatie of ontbinding al haar activa dient uit te delen of toe te laten komen aan een non-profitorganisatie, aan de overheid of aan een overheidsentiteit.

Voorbeelden van non-profitorganisaties die over het algemeen zullen zijn uitgesloten, zijn de Vpb-vrijgestelde academische ziekenhuizen of publiek bekostigde onderwijsinstellingen.

Dochtervennootschappen van non-profit organisaties kunnen doorgaans ook als uitgesloten entiteit kwalificeren. Hiervoor gelden weer specifieke vereisten.

Overigens zijn de begrippen ‘overheidsentiteit’ en ‘non-profit organisatie’ zeer beperkt toegelicht bij de behandeling van dit wetsvoorstel en bestaat er momenteel nog veel onduidelijkheid over de exacte invulling van de voorwaarden. Dit kan tot de nodige onzekerheid en discussies met de Belastingdienst leiden. Vanuit de praktijk wordt dan ook het ministerie van Financiën opgeroepen om met duidelijke richtlijnen te komen.

Gevolgen publieke sector

De nieuwe minimumbelasting wetgeving is zeer omvangrijk en behoorlijk complex. Over het algemeen zal de impact hiervan voor de publieke sector beperkt zijn, omdat ofwel niet voldaan wordt aan het omzetcriterium van € 750 miljoen ofwel sprake is van entiteiten die zijn uitgesloten voor deze wetgeving. Bovendien zal bij binnenlandse groepen er niet snel sprake zijn van verplichte bijheffing, gezien het huidige Nederlandse vennootschapsbelastingtarief.

Wel levert deze wetgeving de nodige administratieve lasten op voor groepen die wel aan het omzetcriterium voldoen. Deze belastingplichtigen zullen ofwel moeten aantonen dat zij als uitgesloten entiteit kwalificeren ofwel een berekening maken van het effectieve belastingtarief conform deze nieuwe wetgeving.

Wat nu?

Ondanks dat de gevolgen voor de publieke sector beperkt lijken, zal elke organisatie wel moeten toetsen of deze nieuwe wetgeving gevolgen heeft voor hun organisatie. Als eerste stap zal vastgesteld moeten worden of aan het omzetcriterium wordt voldaan. Indien de groepsomzet hoger is dan € 750 miljoen, is verder onderzoek vereist, onder meer naar de kwalificatie van de entiteiten. Dit zal enkel voor de grootste overheden het geval zijn. Wij denken hierbij graag met u mee.

Meer weten?

Neem contact op met één van onze Vpb-specialisten Arjan Nijboer of Dido Westrik

Arjan Nijboer
Specialist Vennootschapsbelasting
Expert DHT/TCF en lokale heffingen
Dido Westrik
Specialist Vennootschapsbelasting (grondbedrijven), Expert DHT/TCF

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *