Beleid Belastingdienst gedeeld: btw-belaste verhuurplus is niet snel mogelijk!

7 september 2023

Fiscaliade heeft het interne beleid van de Belastingdienst omtrent het btw-leerstuk ‘verhuurplus’ verkregen. De Belastingdienst onderbouwt aan de hand van Nederlandse en Europese jurisprudentie en het besluit van de Staatssecretaris waarom er niet snel sprake zal zijn van btw-belaste verhuurplusdiensten.

De Belastingdienst heeft een intern beleidsdocument met Fiscaliade gedeeld omtrent het leerstuk verhuurplus. In dit artikel zullen wij ingaan op de belangrijkste uitgangspunten van dit beleid en welke gevolgen dit voor u in de praktijk kan hebben.

Onderscheid verhuur en verhuurplus

Het leerstuk verhuurplus komt vooral om de hoek kijken bij multifunctionele accommodaties (MFA’s) en dorpshuizen. Veel gemeenten stellen ruimten in MFA’s voor kortere of langere tijd beschikbaar aan diverse gebruikers. Om te kunnen bepalen in hoeverre een gemeente recht op aftrek van btw heeft op bouwkosten van de MFA en of partijen kunnen opteren voor btw-belaste verhuur, dient te worden vastgesteld of de terbeschikkingstelling van de ruimten kwalificeert als verhuur of als verhuurplus van de MFA. Hierbij is ‘gewone’ verhuur in beginsel vrijgesteld van btw en verhuurplus een belaste dienst.

Het Hof van Justitie heeft de ‘verhuur van onroerende goederen’ beschreven als de situatie waarbij een verhuurder een huurder voor een overeengekomen tijdsduur en onder bezwarende titel het recht verleent, een onroerend goed te gebruiken als ware hij de eigenaar ervan is en ieder ander van het genot van dat recht uit te sluiten. Dit maakt verhuur een betrekkelijk passieve activiteit.

Het passieve karakter kan verloren gaan, wanneer andere elementen van de (verhuur)prestatie een meer dan kennelijk bijkomstig karakter hebben. Om te bepalen of een handeling bijkomstig is, moet er onderscheid gemaakt worden tussen handelingen die een verhuurder normaal gesproken verricht (zoals het onderhoud, schoonmaak en de aansluiting met elektriciteit, gas en water) en handelingen waarvan is te onderkennen dat zij worden verricht om een specifiek gebruik van de onroerende zaak door de huurder te faciliteren. Bij dit laatste kan gedacht worden aan het ter beschikking stellen van een bijzonder voor een doel geschikte voorziening in combinatie met aanvullend dienstbetoon, bijvoorbeeld verricht door personeel van de verhuurder.

Feitelijk bestaat de beoordeling of sprake is van verhuurplus uit twee onderdelen. Allereerst moet worden vastgesteld of sprake is van één onsplitsbare prestatie dan wel meerdere te onderscheiden prestaties. Daarna moet worden beoordeeld of de onsplitsbare prestatie kan worden aangemerkt als verhuur of dat het gaat om een andersoortige prestatie.

Diverse recente uitspraken lijken erop te wijzen dat voor verhuurplus altijd een arbeidscomponent nodig is, het enkel aanwezig zijn van aanvullende voorzieningen voor een specifiek gebruik van de onroerende zaak is niet voldoende. 

Overigens achten rechters de duur van de verhuur mogelijk van belang, omdat een terbeschikkingstelling voor korte duur erop zou kunnen duiden dat een verhuurder niet (lang) passief kan blijven. Bij telkens wisselende gebruikers (met verschillende wensen) mag een actievere rol van de verhuurder worden verwacht dan wanneer een ruimte voor langere tijd aan dezelfde gebruiker ter beschikking wordt gesteld.

De Belastingdienst geeft als conclusie aan dat verhuurplus moet gaan om aanvullende diensten die een dusdanige factor arbeid bevatten dat daarmee het passieve karakter van verhuur verloren gaat. Bovendien moet het daarbij gaan om aanvullende diensten die voor de afnemers van wezenlijk belang zijn voor het door hen beoogde gebruik. Zaakgerelateerde handelingen die geacht worden bij een verhuurder thuis te horen spelen daarbij geen rol van betekenis. Wel speelt het tijdsverloop van de ‘verhuur-prestatie’ in de afweging een rol.

Belang voor de praktijk

Gemeenten zijn vaak in het bezit van één of meerdere MFA’s. Deze MFA’s brengen regelmatig kosten met zich mee die bijvoorbeeld zien op de realisatie, onderhoud of op een verbouwing. De gemeente kan deze btw in aftrek brengen indien er met de MFA btw-belaste prestaties wordt verricht.

Veelal zullen ruimten van de MFA verhuurd worden aan verschillende partijen zoals EHBO, bridge, buurtkamer, hobbyclubs etc. Ook is een veelvoorkomende variant dat de MFA verhuurd wordt aan een beheerstichting, die vervolgens weer gedeelten van de MFA onderverhuurt aan dergelijke partijen. Het opteren voor btw-belaste verhuur is mogelijk indien de hurende partij de MFA voor meer dan 90% gebruikt voor btw-belaste prestaties. Bij partijen die veelal btw-vrijgesteld presteren zoals scholen en kinderdagverblijven, is opteren voor btw-belaste verhuur dus niet mogelijk.

Dit probleem zou opgelost kunnen worden via het leerstuk verhuurplus. Doordat er sprake is van aanvullend dienstbetoon en het passieve karakter van de verhuur verloren gaat, is er niet meer sprake van een vrijgestelde verhuurprestatie, maar een btw-belaste dienstverlening.

Op dit punt heeft de Belastingdienst aangegeven dat er niet snel aan verhuurplus zal worden toegekomen. Vereist is dat er aanvullende diensten worden verricht die een dusdanige factor arbeid bevatten dat hiermee het passieve karakter verloren gaat. Dit uitgangspunt is veelal problematisch voor de btw-aftrek van de gemeente. Een beheerstichting zal niet snel daadwerkelijk voor 90% van de verhuurprestaties ‘verhuurplusdiensten’ verrichten, waardoor opteren voor btw-belaste verhuur tussen de gemeente en de beheerstichting niet mogelijk is. Dit leidt tot kostprijsverhogende btw bij de gemeente (en de beheerstichting). Let op horecaexploitaties in MFA’s kennen weer een andere regeling.

Wij raden aan de btw-behandeling van uw MFA’s over de afgelopen jaren te controleren, omdat er eventueel te veel btw in aftrek is gebracht. Door dit tijdig te corrigeren voorkomt u potentiële boetes. Ook voor nieuwe MFA’s is een goede fiscale check aan de voorkant belangrijk.

Meer informatie?

Heeft u vragen over dit onderwerp? Aarzelt u dan niet contact op te nemen met Nikita Brameijer.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *