Op 10 mei 2023 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een zaak over de kwalificatie van verhuur van gastenkamers in een hospice voor terminale gasten. Is de verhuur van kamers door hospice btw-belast?
Rechtbank uitspraak hospice
Belanghebbende in deze casus heeft een hospice laten bouwen. Zij is voornemens in dit hospice twee diensten te verrichten: het tijdelijk ter beschikking stellen van kamers én het coördineren van zorg voor terminale gasten. Hierbij wordt per dag een vergoeding betaalt voor de kamer, inclusief maaltijd en dranken. De zorg wordt door externe partijen (o.a. huisarts, stichting verpleegkundigen en vrijwilligers) geleverd. Het hospice coördineert verschillende partijen bij het verlenen van de zorg.
Het hospice stelt de gastenkamers alleen ter beschikking aan gasten met een verwachte levensduur van minder dan drie maanden. Hierdoor is belanghebbende van mening dat de verhuur met btw is belast. Als gevolg zou het hospice de btw die zij heeft betaald bij de bouw van het hospice in aftrek kunnen brengen. Het hospice is dus van mening dat de verhuur van de kamers los staat van het verlenen van zorg.
De rechtbank is van mening dat de tijdelijke verhuur van de gastenkamers, kan worden aangemerkt als verhuur in het kader van het pensionbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden. Er is geen sprake van een btw-vrijgestelde verhuur of zorgprestatie. Dat betekent dat eiseres recht heeft op aftrek van de voorbelasting die op de hoofddienst betrekking heeft. De Belastingdienst heeft hoger beroep ingesteld.
Uitspraak gerechtshof
Het gerechtshof kan zich niet vinden in de zienswijze van de rechtbank. De prestatie die het hospice verricht bestaat uit het bieden van een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven aan haar gasten in hun laatste levensfase. De tijdelijke verhuur van gastenkamers vormt hier een onderdeel van, maar is niet het wezenlijke kenmerk van de prestatie. Dat is het verlenen van zorg en het coördineren daarvan. De verhuur is dus vrijgesteld van btw en er is geen aftrek van btw op de realisatie van de hospice.
Voor belanghebbende is dit niet de gewenste uitkomst. Zij kan de btw niet in aftrek brengen, nu zij geen btw-belaste prestaties verricht. In hoger beroep stelt belanghebbende nog dat zij had mogen vertrouwen op de uitlatingen van de Belastingdienst. In een brief aan de Belastingdienst heeft belanghebbende gevraagd te bevestigen of het verlaagde btw-tarief van toepassing is op de door haar te verrichten diensten. De Belastingdienst antwoordde met een algemene mail waarin stond dat het hospice btw-plichtig is. Belanghebbende maakt hieruit op dat al haar prestaties met btw zijn belast en dat zij op het standpunt van de Belastingdienst had mogen vertrouwen. Volgens het gerechtshof heeft de Belastingdienst geen standpunt ingenomen, want ook een ondernemer die enkel vrijgestelde prestaties verricht is btw-plichtig. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.
Gevolgen voor de praktijk
Deze uitspraak maakt duidelijk dat verschillende prestaties niet altijd een eigen zelfstandige btw-kwalificatie hebben, maar dat goed gekeken moet worden of er sprake is van een hoofdprestatie die samen met de nevenprestatie één btw-regime heeft.
Meer informatie?
Loopt u in de praktijk tegen samengestelde prestaties aan met de vraag of er meerdere zelfstandige btw-prestaties moeten worden onderkend of dat deze kunstmatig uit elkaar gehaald moeten worden? Neem dan gerust contact op met onze btw-specialist Nikita Brameijer of uw vaste aanspreekpunt. Wij helpen u graag met de juiste btw-kwalificatie van de werkzaamheden.