Naast de maatregelen op het gebied van btw, Vpb en Loonheffingen zijn er nog overige maatregelen die voor overheden van belang kunnen zijn.
Wetsvoorstel beëindiging salderingsregeling voor elektriciteit en enkele technische wijzigingen
Er is een wetsvoorstel om de salderingsregeling te beëindigen per 2027. Het kabinet geeft aan dat het beëindigen van de salderingsregeling een maatregel is die zorgt voor een efficiënter en eerlijker gebruik van het energiesysteem. De beëindiging van de salderingsregeling vermindert de belasting van het elektriciteitsnet en daarmee het risico op extra netcongestie.
Aangezien teruggeleverde elektriciteit niet langer geheel of gedeeltelijk kan worden gesaldeerd met geleverde elektriciteit, wordt met dit wetsvoorstel de eis van een redelijke vergoeding voortaan op alle door een actieve afnemer teruggeleverde zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit van toepassing.
Een tweede gevolg is dat de wettelijke eis van een redelijke vergoeding niet alleen geldt voor de eigen leverancier van de actieve afnemer, maar voor elke marktdeelnemer aan wie een actieve afnemer zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit teruglevert. De wettelijke bescherming door de eis van een redelijke vergoeding wordt door het wetsvoorstel uitgebreid van eindafnemers met een kleine aansluiting die salderen bij hun energieleverancier naar alle actieve afnemers die hernieuwbare elektriciteit opwekken en terugleveren.
Aanpassing Awr in verband met belastingrente
In de AWR is geregeld dat het percentage van de belastingrente wordt vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur en dat dit percentage daarbij voor verschillende belastingen verschillend kan worden vastgesteld. Met de voorgestelde wijziging wordt geregeld dat het percentage ook voor in rekening te brengen rente en te vergoeden rente verschillend kan worden vastgesteld. Tot deze wijziging wordt mede overgegaan vanwege het arrest van de Hoge Raad van 28 januari 2022. In dat arrest stelt de Hoge Raad vast dat de belasting- en invorderingsrente die wordt vergoed aan een belastingplichtige dan wel belastingschuldige wanneer belasting is geheven in strijd met het Unierecht, minimaal hetzelfde percentage moet zijn als het percentage waarvoor de belastingplichtige bij een bank zou kunnen lenen. Dit is gebaseerd op het doeltreffendheidsbeginsel.
Vanaf 1 juli 2023 bedraagt dit percentage 6%. Dit percentage is hoger dan het percentage van de bancaire rente, dat in april 2023 voor het laatst is vastgesteld en toen 3,57% is gaan bedragen. Dit betekent dat het vergoedingenbeleid momenteel in lijn is met hetgeen de Hoge Raad heeft bepaald. Het percentage belastingrente dat wordt vergoed (nu 6%) is immers hoger dan het als minimumpercentage vereiste percentage van de bancaire rente (nu 3,57%). In de toekomst kan dit echter anders zijn. Om hierop te anticiperen, wordt met de voorgestelde wijziging de grondslag gecreëerd om in de genoemde algemene maatregel van bestuur te kunnen bepalen dat het percentage te vergoeden belastingrente dat geldt bij belasting die in strijd met het Unierecht is geheven, (tijdelijk) aansluit bij de bancaire rente.
Tijdens de integrale voorjaarsbesluitvorming 2023 is besloten tot aanpassing van de percentages belasting- en invorderingsrente. In de Kamerbrief van 19 september 2023 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de nieuwe percentages die zijn gaan gelden per 1 januari 2024. De thans voorgestelde wijziging dient er ook toe om in de toekomst flexibeler te kunnen zijn wat betreft de vaststelling van deze percentages. Als het op enig moment wenselijk blijkt om het percentage te vergoeden belastingrente te laten verschillen van het percentage in rekening te brengen belastingrente, kan dit voortaan via een aanpassing van de genoemde algemene maatregel van bestuur worden geregeld. Dat hiervoor geen wetswijziging meer nodig is, maakt dat wijzigingen sneller kunnen worden doorgevoerd.
Bepaling invorderingsrente
Sinds 1 januari 2013 geldt een nieuwe renteregeling die voortvloeit uit het Belastingplan 2012. Sindsdien wordt het in rekening brengen en het vergoeden van invorderingsrente in afzonderlijke wettelijke bepalingen geregeld. Bij deze wetswijziging zijn de regels die op dit punt gelden bij een verliesverrekening in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting per abuis volledig komen te vervallen.
Met de voorgestelde wijziging van artikel 28, lid 6 Invorderingswet wordt de omissie hersteld en wordt geregeld dat er wél invorderingsrente in rekening wordt gebracht wanneer de belastingaanslag waarvan de geldende betaaltermijn is verstreken, wordt verrekend met een terug te geven bedrag als gevolg van een verliesverrekening.
Meer weten?
Neem contact op met onze specialist lokale belastingen Olga Menger of uw vaste aanspreekpunt.