IKB uitruil reiskosten 2020: naheffingsaanslagen ter behoud van rechten

6 november 2025

De Belastingdienst is een landelijke uitvraag gestart bij gemeenten over toepassing van de gerichte vrijstelling voor reiskosten in de jaren 2020 en 2021. Het gaat specifiek om reiskostenvergoedingen die zijn verkregen middels ‘IKB uitruil’. Ter behoud van rechten zien wij dat de Belastingdienst naheffingsaanslagen oplegt over 2020. Deze actie is het gevolg van verschillende gerechtelijke uitspraken. In dit artikel leest u hier meer over.

IKB-doelen in de cao-gemeenten en cao SGO

In de cao-gemeenten en de cao SGO is als arbeidsvoorwaarde het individueel keuzebudget (IKB) opgenomen. Werknemers bouwen periodiek bruto IKB op dat zij onder voorwaarden kunnen inzetten voor verschillende doelen, zoals het bijkopen van bovenwettelijk verlof of het betalen van een opleiding. Veel gemeenten en gemeentelijke organisaties hebben de (vaste) reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer als lokaal doel toegevoegd, waarbij (bruto) IKB kan worden ingezet (‘uitgeruild’) voor een onbelaste (netto) reiskostenvergoeding.

 

Zolang de werkgever aan de fiscale voorwaarden voldoet, geldt voor de reiskostenvergoeding voor de werkgever een gerichte vrijstelling onder de werkkostenregeling (WKR). In de praktijk stelden veel gemeenten de hoogte van de vaste reiskostenvergoedingen in 2020 en 2021 bepaald vast op basis van de zogenoemde ‘’214 dagen regeling’’. Deze praktische regeling maakt het mogelijk om onder voorwaarden aan vaste reiskostenvergoeding te bepalen uitgaande van 214 reisdagen op fulltime basis per kalenderjaar. Eén van de voorwaarden om deze regeling toe te kunnen passen, is minimaal 128 reisdagen op fulltime basis naar een vaste werkplek in een kalenderjaar.

Waarop zien de procedures?

De discussie met de Belastingdienst ziet op de uitbetaalde reiskostenvergoedingen gedurende de Corona jaren 2020 en 2021. Tijdens deze jaren werkten veel werknemers vanuit huis, als gevolg van de toenmalige lockdown. Het gevolg hiervan was dat er deze jaren over het algemeen veel minder reisbewegingen zijn gemaakt waardoor de (fiscale) vraag is of de gerichte vrijstelling wel kan worden toegepast of dat de uitbetaalde netto reiskostenvergoedingen ten laste van de vrije ruimte van de WKR komen. In veel gevallen voldeed men namelijk niet meer aan het minimaal aantal reisdagen, een voorwaarde voor toepassing van de 214 dagenregeling.

 

Ten tijde van Corona heeft de Staatsecretaris van Financiën besluiten uitgevaardigd (hierna: Coronabesluiten), waarin deze onder voorwaarden een goedkeuring gaf dat een werkgever voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen hoeft te verbinden aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer. Kortom, indien werkgever aan de voorwaarden voldeed, kon de vaste reiskostenvergoeding ongewijzigd worden voortgezet, ook indien er in de praktijk als gevolg van Corona niet of (veel) minder naar de werkplek werd gereisd.

 

Over de vraag of deze goedkeuring voor de vaste reiskostenvergoeding in de Coronabesluiten ook van toepassing is op reiskostenvergoedingen op basis van IKB-besteding, wordt momenteel tot aan de Hoge Raad geprocedeerd. 

Korte terugblik

Op 12 maart 2020 kondigde het kabinet de eerste landelijke Coronamaatregelen aan, waarin onder andere werd opgeroepen om werknemers zoveel mogelijk thuis te laten werken. Enkele weken later, op 14 april 2020, verscheen het eerste Coronabesluit, dat met terugwerkende kracht vanaf 12 maart 2020 in werking trad. Daarin werd goedgekeurd “dat een werkgever gedurende de werking van dit besluit voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen verbindt aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer”.

 

Op 16 juni 2020 werd dit Coronabesluit ‘verduidelijkt’. De goedkeuring gold alleen voor vaste reiskostenvergoedingen waarop de werknemer uiterlijk op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht had gekregen. Dit is verduidelijkt met een voorbeeld. Voor veel gemeenten betekende dit concreet dat een werknemer uiterlijk op 12 maart 2020 de keuze moest hebben gemaakt om het IKB-budget in te zetten voor een vaste reiskostenvergoeding.

Reikwijdte van de goedkeuring ter discussie

Over de vraag hoe het Coronabesluit moet worden uitgelegd in de situatie van veel gemeenten waarbij sprake is van een IKB-regeling, is de jurisprudentie tot op heden diffuus. Verschillende Rechtbanken kwamen tot de conclusie dat de goedkeuring uit het Coronabesluit ook van toepassing is op reiskostenvergoedingen die gemeenten hebben uitbetaald via IKB uitruil. Daarentegen zijn er ook Rechtbanken en Gerechtshoven die tot een tegenovergestelde conclusie kwamen, namelijk dat de goedkeuring in het Coronabesluit niet geldt voor reiskostenvergoedingen die zijn aangevraagd na 12 maart 2020.

 

Deze rechtsvraag ligt inmiddels bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal (AG) heeft in zijn conclusie geoordeeld dat de goedkeuring in het Coronabesluit moet gelden voor vaste reiskostenvergoeding die werknemers uiterlijk op 18 juni 2020 hebben ‘aangevraagd’. 18 juni 2020 was namelijk de datum waarop het ‘aangepaste’ Coronabesluit bekend is gemaakt. Het definitieve oordeel is aan de Hoge Raad. Wij verwachten de uitspraak niet voor 2026.

Hoe nu verder?

Het definitieve oordeel over de toepassing van het Coronabesluit is aan de Hoge Raad. Ter behoud van rechten doet de Belastingdienst uitvraag bij (veel) gemeenten over de toepassing in 2020 en legt indien nodig naheffingsaanslagen op. Wij adviseren gemeenten bezwaar te maken tegen deze naheffingsaanslagen zodat het oordeel van de Hoge Raad kan worden afgewacht. Daarnaast adviseren wij om te onderzoeken in hoeverre het op basis van de lokale regeling met IKB-doel en vastlegging(en) in de administratie mogelijk is om het bedrag op de naheffingsaanslag te verlagen.

 

Mocht uw organisatie te maken krijgen met een naheffingsaanslag of vragen hebben over de toepassing van de IKB-uitruil van de vaste reiskostenvergoeding, neem dan contact op met een van onze specialisten of uw vaste aanspreekpunt

Wilt u meer weten over dit onderwerp?

Wilt u meer weten over dit onderwerp of als wij uw organisatie hierbij behulpzaam kunnen zijn? Aarzel dan niet en neem contact op met:
– LH en WNT-specialist Remco.bosma@fiscaliade.nl  of 06- 412 03 592

Remco Bosma
Senior specialist Loonheffingen & Sociale Verzekeringen, Expert DHT/TCF

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws

Komende opleidingen