Na het in 2019 ingenomen standpunt van het Ministerie van Financiën dat de financiële bijdrage van Stichting Afvalfonds Verpakkingen (ondertussen: Verpact) belast is met btw heeft er de nodige rechtspraak plaatsgevonden. Nog altijd is er geen eenduidig antwoord op de vraag of de gemeente optreedt als ondernemer of overheid voor de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval.
Fiscale kwalificatie btw en afval verleden
Wij hebben al meerdere malen artikelen geschreven over afval en btw. Zie daarvoor bijvoorbeeld het artikel dat via deze link te raadplegen is. Het is inmiddels algemeen bekend dat de Belastingdienst de gescheiden inzameling van PMD afval als een met btw-belaste activiteit ziet. Een aantal rechtbanken (met name in het westen van het land) hebben zich bij dit oordeel aangesloten. Vervolgens kwam begin dit jaar een uitspraak van rechtbank Gelderland die oordeelde dat de vergoeding die de gemeente ontvangt van Verpact als onbelast moet worden aangemerkt en dat de kosten compensabel zijn. Kortom de rechtelijke macht is het overduidelijk niet eens met elkaar.
Gerechtshof Amsterdam
Recent is daar een nieuwe uitspraak bij gekomen die weer een ander spoor volgt. Hierover hieronder meer.
Het Hof Amsterdam is het eens met de rechtbank dat nascheidingsactiviteiten niet onder het inzamelen van afval kan worden geschaard. Maar dit leidt, en dit is in afwijking van de andere rechtelijke uitspraken, tot toepassing van de verleggingsregeling.
Wat is de verleggingsregeling in de btw?
Op basis van artikel 24bb lid 1 onder d van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting valt de levering van en de verwerkingsdiensten met betrekking tot afval onder de verleggingsregeling. De diensten ter sprake: (na)scheiding/sortering van afval allen volgens het Hof onder deze bepaling. De scheiding/sortering van afval is onderdeel van het verwerkingsproces, dat het niet het volledige verwerkingsproces omvat staat voor de toepassing van dit onderdeel niet in de weg.
Uitwerking praktijk
De uitspraak van het Hof Amsterdam is in lijn met eerdere uitspraken. Nieuw is dat het Hof van mening is dat de verleggingsregeling van toepassing is. Het is dus de hoogste tijd dat de Hoge Raad hier een definitief oordeel over geeft, zodat gemeenten niet in onzekerheid verkeren over de door hun toegepaste werkwijze.
Ons advies blijft daarom nog altijd bestaan, dat het volgen van het beleid van de Belastingdienst op de korte termijn de minste knelpunten geeft.
Meer weten?
Wilt u meer weten over dit onderwerp, neem dan contact op met Nikita Brameijer, Olga Menger of uw vaste aanspreekpunt.