Wanneer slechts één onderdeel van een fiscale eenheid kwalificeert voor de toepassing van een btw-vrijstelling is dan deze vrijstelling van toepassing op alle onderdelen? Met andere woorden: moet de beoordeling plaatsvinden op het niveau van de fiscale eenheid of op het niveau van het lid van de fiscale eenheid dat de diensten verricht? De Hoge Raad heeft zich hier onlangs over gebogen in deze uitspraak.
Omstandigheden casus
Bij een nauwe organisatorische, economische en financiële verwevenheid kunnen verschillende btw-ondernemers kwalificeren als fiscale eenheid. Dit betekent dat deze verschillende ondernemers als 1 belastingplichtige worden aangemerkt voor de btw. In deze casus vormen 5 btw-ondernemers een fiscale eenheid. Enkel de stichting is erkend als ‘medische inrichting’ en als ‘instelling van sociale aard’ in de zin van de medische- respectievelijk de sociale vrijstelling voor de btw.
Het Hof neemt als uitgangspunt dat “op het niveau van de fiscale eenheid” beoordeeld moet worden of wordt voldaan aan de eisen van een btw-vrijstelling. Dit betekent dat de fiscale eenheid, en alle onderdelen daarvan, tevens als een erkende instelling in de zin van de btw-vrijstelling kan worden aangemerkt. De andere onderdelen, naast de Stichting zelf, kunnen daarmee een beroep doen op de medische- en sociale vrijstelling terwijl zij afzonderlijk niet voldoen aan de voorwaarden hiertoe.
Deze insteek roept vragen op. Is het zo dat wanneer één belastingplichtige recht heeft op een vrijstelling, de gehele btw-groep aanspraak kan maken op toepassing van de vrijstelling omdat zij samen als één belastingplichtige worden aangemerkt?
Of moet elk lid van de btw-groep afzonderlijk in de beoordeling behandeld worden? De afzonderlijke behandeling is in lijn met de strikte uitleg van de vrijstellingsvoorwaarden en met het doel en de strekking van de vrijstellingen. De Hoge Raad heeft besloten hier vragen over te stellen aan het Europese Hof van Justitie.
Gevolgen voor de praktijk
- Wanneer de gehele btw-groep aanspraak kan maken op de toepassing van de vrijstelling, is de consequentie dat de draagwijdte van de vrijstelling wordt verruimd. Eén of meer leden die niet voldoen aan de vrijstelling, worden dan namelijk onder die vrijstelling gebracht.
- Bij een individuele toetsing van elke ondernemer in de btw-groep moet er voor vrijstellingen door de fiscale eenheid heen gekeken worden.
- Dit heeft gevolgen voor niet alleen de afdracht van btw, maar ook voor de aftrek van btw die wel is toegestaan voor belaste activiteiten en niet voor vrijgestelde activiteiten.
Meer weten?
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met btw-specialist Cynthia Stel. Of neem contact op met uw vaste aanspreekpunt.