Koepelvrijstelling; stelt de Belastingdienst te hoge eisen?

29 januari 2025

Lange tijd was het nagenoeg onmogelijk om te voldoen aan de eisen van de Belastingdienst voor de koepelvrijstelling. Hof Arnhem-Leeuwarden is van mening dat de Belastingdienst de vrijstelling té streng uitlegt.

Inleiding

De koepelvrijstelling is een vrijstelling die is vastgelegd in de Wet op de Omzetbelasting. De koepelvrijstelling kan worden toegepast door samenwerkingsverbanden waarbij leden van deze samenwerking taken bij de koepelorganisatie hebben neergelegd. Een GR is een goed voorbeeld van een dergelijke samenwerking. 

Bij de koepelvrijstelling mag het samenwerkingsverband de btw die aan de koepel in rekening is gebracht doorschuiven naar de deelnemers en hoeft over de eigen gemaakte uren geen btw te worden berekend aan de deelnemers. Maar aan de toepassing van deze vrijstelling zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. De voorwaarden zijn de volgende:

  • De prestaties van de samenwerking zijn rechtstreeks nodig voor de leden;
  • Er wordt slechts terugbetaling gevorderd voor aandeel in gezamenlijke uitgaven;
  • Er is geen sprake van verstoring van concurrentieverhoudingen.

In de Uitvoeringsbeschikking Omzetbelasting zijn vervolgens specifieke diensten benoemd waarvan de wetgever van mening is dat deze tot verstoring van concurrentie leiden (en dus geen koepelvrijstelling mogelijk is). Hierin is onder andere het ontwikkelen van ICT en het ter beschikking stellen van programmatuur opgenomen.

De Belastingdienst legt de vrijstelling strikt uit en stelt als voorwaarde voor de verdeelsleutels die de werkelijke kosten moeten weergeven, dat deze aantoonbaar op zeer nauwe wijze moeten worden aangetoond. In deze uitspraak geeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden weer dat de Belastingdienst de vrijstelling te beperkt uitlegt en oordeelt het Gerechtshof dat het Uitvoeringsbesluit niet leidend is om te bepalen of er sprake is van concurrentieverstoring.

Samenvatting van de casus

Een aantal waterschappen heeft een samenwerkingsentiteit aangesteld om als opdrachtnemer taken uit te voeren in de vorm van collectieve of facultatieve programma’s, projecten of diensten. Het doel van de entiteit is om een platform op te richten en te beheren waarop verschillende systemen die de waterschappen nu al gebruiken, gebundeld worden. Dit leidt tot een versterkte innovatie en samenwerking tussen de waterschappen. Voor de doorbelasting van kosten past de entiteit een onderbouwde verdeelsleutel toe. Hiervan kan niet met zekerheid worden gezegd dat hiermee het exacte aandeel wordt doorbelast, maar een betere verdeelsleutel ontbreekt, aldus de entiteit.

Ruime of beperkte vrijstellingstoepassing?

De koepelvrijstelling is volgens de inspecteur niet van toepassing. De inspecteur is van mening dat de uitgaven per project zo exact mogelijk toegerekend moeten worden aan de deelnemers. Als de verdeling niet nauwkeurig genoeg is, heeft de belanghebbende geen recht op de vrijstelling. De Belastingdienst beroept zich hierbij op jurisprudentie van het HvJ.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden is echter van mening dat de Belastingdienst de koepelvrijstelling te streng toepast. Het Hof is van mening dat het niet vereist dat de terugbetaling exact toegerekend wordt voor de gevallen waarin dat niet mogelijk is. In dat geval kan gebruik gemaakt worden van een verdeelsleutel die het werkelijk verbruik zo goed als mogelijk benaderd.

Concurrentieverstoring uit artikel 9a van de Uitvoeringsbeschikking

Daarnaast is de inspecteur van mening dat de diensten benoemd zijn in de Uitvoeringsbeschikking waardoor deze per definitie tot concurrentieverstoring leiden. Hierdoor is evenmin mogelijk dat de koepelvrijstelling toegepast kan worden.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden stelt dat deze toepassing van de Nederlandse wetgever niet in overeenstemming is met Europese wetgeving. Daarom, zo is het Hof van mening, moet per activiteit worden onderzocht of er sprake is van concurrentieverstoring.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Lange tijd bleek het lastig om in aanmerking te komen voor toepassing van de koepelvrijstelling op grond van de door de Belastingdienst gestelde voorwaarden. Deze uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden biedt mogelijk meer ruimte voor samenwerkingsverbanden. Ook maakt deze uitspraak duidelijk dat voorwaarden gesteld in de Uitvoeringsbeschikking alsnog moeten worden getoetst op basis van de uitgangspunten van de Wet. Afwijzing omdat de activiteit benoemd staat in artikel 9a van de Uitvoeringsbeschikking lijkt hierbij niet voldoende.

Meer weten?

Er zijn naast de koepevrijstelling natuurlijk meer mogelijkheden voor samenwerkingsverbanden. Wilt u meer weten over dit onderwerp, neem dan contact op met Nikita Brameijer, Olga Menger of uw vaste aanspreekpunt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws

Komende opleidingen