Na een jarenlange discussie omtrent de btw-compensatie op re-integratietrajecten heeft de Hoge Raad eindelijk uitspraak gedaan.
Hoe zat het ook alweer?
De discussie die speelde was of de gemeente de afnemer is van re-integratietrajecten of de uitkeringsgerechtigde die het traject volgt. De Belastingdienst stelde dat een individu werd bevoordeeld en prevaleerde boven het belang van de collectiviteit van inwoners. Daarmee was de uitkeringsgerechtigde volgens de Belastingdienst afnemer van de prestatie waardoor btw-compensatie zou zijn uitgesloten. Gemeenten hebben het standpunt ingenomen dat zij een wettelijke taak uitvoeren ten behoeve van de collectiviteit van inwoners en de re-integratietrajecten niet in overwegende mate gericht zijn op het individu. Daarmee is de gemeente afnemer van de prestatie waardoor btw-compensatie mogelijk zou moeten zijn.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de gemeente de eindgebruiker is van de prestatie omtrent re-integratietrajecten. De gemeente heeft een wettelijke taak en de uitkeringsgerechtigde is verplicht om mee te werken op straffe van negatieve gevolgen voor zijn/haar uitkering.
De Hoge Raad beslist dat de gemeente de re-integratietrajecten heeft aangeschaft in verband met het belang van zijn eigen organisatie en het collectieve belang. De gemeente zelf is eindverbruiker van de re-integratietrajecten. Het recht op compensatie van btw is daardoor niet uitgesloten.
Gevolgen voor de praktijk
Veel gemeenten hebben afgelopen jaren pro forma bezwaren BCF ingediend ter behoud van recht in afwachting van deze uitspraak. Met deze uitspraak kunnen de pro forma bezwaren nader worden gemotiveerd en kan de btw op de kosten van re-integratietrajecten alsnog worden gecompenseerd over de openstaande jaren voor de btw die in overheersende mate ziet op de collectiviteit van inwoners.