Op 12 november 2019 heeft het Ministerie van Financiën schriftelijk aangegeven in een brief aan de VNG dat zij van mening is dat bijdragen die gemeenten ontvangen van Stichting Afvalfonds Verpakkingen voor de gescheiden inzameling, sortering en/of verwerking van verpakkingsafval, m.u.v. de inzameling van groente, fruit en tuinafval, belast zijn met btw en niet als wettelijke overheidstaak zijn aan te merken omdat het ministerie van mening is dat de gemeenten de taak van het bedrijfsleven tot het scheiden en inzamelen hierin uitvoeren en dat dit niet de eigen wettelijk taak van de gemeenten betreft.
De afgelopen periode heeft over het bovenstaande overleg plaatsgevonden tussen het Ministerie van Financiën en de VNG. Op 9 maart jl. heeft de VNG via berichtgeving op haar website aangegeven dat zij afspraken heeft gemaakt met het ministerie over de btw plicht ten aanzien van de gescheiden inzameling, sortering en/of verwerking van verpakkingsafval. Het ministerie is van mening dat gemeenten btw verschuldigd zijn over de bijdrage die zij ontvangen voor het gescheiden inzamelen van (verpakkings)afval omdat er geen sprake is van de uitvoering van een wettelijke taak door de gemeenten. De Belastingdienst heeft aangegeven inhoudelijk nog niet een standpunt te kunnen innemen en dit op korte termijn ook niet verwacht te kunnen doen
Het gevolg van het standpunt van het ministerie is dat vanaf 2015 gemeenten alsnog btw moeten afdragen over de ontvangen bijdragen van Stichting Afvalfonds Verpakkingen. Naast het feit dat diverse gemeenten dit standpunt fiscaal-juridisch niet delen en hiervoor goede argumenten zijn te benoemen, betekent deze correctie een grote administratieve last en een (mogelijke) financiële last. Gemeenten moeten namelijk nu gaan uitzoeken en berekenen welk gedeelte van de inkoop btw die zij in rekening gebracht krijgen van het bedrijf wat de afval inzamelt en het afval scheidt, betrekking heeft op het scheiden en inzamelen van afval voor Stichting Afvalfonds Verpakkingen en welke kosten hierin betrekking hebben op de eigen wettelijke taak van de gemeenten. Een deel van de gecompenseerde btw moet namelijk worden gecorrigeerd en via de btw-aangifte in aftrek worden gebracht vanaf 2015. Dit leidt ertoe dat alle gemeenten deze splitsing moeten gaan maken en moeten uitzoeken welke kosten aan welke taak moeten worden toegerekend zodat aan de hand hiervan de suppleties BTW Compensatiefonds 2015-2019 kunnen worden gemaakt.
Per 1 juli a.s. zal de regeling veranderen en zal de huidige werkwijze (gemeente treedt op als btw-belaste ondernemer) niet langer van toepassing zijn. Daarom is dit standpunt van belang voor het verleden tot en met 30 juni 2020.
Consequenties standpunt
- Gemeenten moeten vanaf 2015 alsnog btw afdragen over de ontvangen bijdragen van het Afvalfonds verpakkingen.
- De Belastingdienst heeft toegezegd geen verzuimboeten op te leggen.
- Er moet wel belastingrente worden betaald over de niet afgedragen btw via de btw-aangifte over de afgelopen vijf jaar.
Er dienen btw-suppleties te worden ingediend over de opgave BTW compensatiefonds van de periode 2015-2019 om de ten onrechte gecompenseerde btw terug te betalen. - Over de gecorrigeerde BTW compensatiefonds opgave is belastingrente verschuldigd.
Afvalstoffenheffing
Wellicht minder bekend is dat dit standpunt ook impact heeft/kan hebben op de kostenonderbouwing en eventueel tariefstelling van de afvalstoffenheffing. Immers de bijdrage uit het BCF is expliciet opgenomen in de Wet Milieubeheer als last ter zake. Maar als nu wordt geoordeeld dat de gemeente hier als ondernemer optreedt, dan kan de BTW (voor dit deel) niet (meer) worden toegerekend aan de kosten(onderbouwing) van de afvalstoffenheffing. Indien er nog bezwaren over voorgaande belastingjaren (en 2020) ‘openstaan’ voor de afvalstoffenheffing, dan leidt dit tot een risico als belastingplichtigen zich op het standpunt stellen dat de afvalstoffenheffing meer dan kostendekkend is. De afvalstoffenheffing mag niet meer dan kostendekkend zijn. Wij raden u aan te controleren of er nog bezwaren openstaan voor de periode 2015-2019 omtrent de afvalstoffenheffing zodat u kunt vaststellen of u hierop nog een risico loopt.
Hoe nu verder?
Vooropgesteld merken wij op dat de VNG geen bindende afspraken kan maken met het ministerie voor gemeenten. Gemeenten zijn vrij en autonoom om hierover een eigen standpunt in te nemen. Dat betekent dat, zoals wij het zien, er vier sporen zijn:
Spoor 1: Het standpunt van de VNG/ministerie wordt gevolgd en de btw aangiften van de afgelopen 5 jaren worden gecorrigeerd. Dit betekent dat over de afgelopen 5 jaar de inkoop btw ten aanzien van afval gescheiden moet worden tussen compensabele btw (ophalen huishoudelijk afval) en ondernemers btw (afvalscheiden). De Belastingdienst legt wel 4% belastingrente over deze btw-correcties op.
Spoor 2: Een proactieve afstemming met de Belastingdienst over de btw-kwalificatie.
Spoor 3: Afwachten tot de Belastingdienst de gemeenten benadert. Dit kan leiden tot het opleggen van naheffingsaanslagen inclusief rente. Tegen deze naheffingsaanslag inclusief rente kan vervolgens (indien gewenst) bezwaar worden aangetekend. Dat betekent wel dat u in strijd met het standpunt van het ministerie handelt en het onzeker is of de toezegging over het niet opleggen van verzuimboeten in stand blijft.