Kan btw verrekend worden ten aanzien van een project als dit project uiteindelijk niet doorgaat? Welke risico’s zijn te onderkennen bij dergelijke kosten?
Aan ons wordt dikwijls de vraag gesteld hoe om te gaan met de btw als projecten waarvoor een gefundeerd voornemen bestond alsnog niet door blijken te gaan.
Projecten waartoe in het verleden is besloten kunnen om allerlei redenen niet worden gerealiseerd. Het afblazen van een dergelijk project is niet alleen teleurstellend voor de betrokkenen, maar kan ook een financiële aderlating zijn. Er zijn vaak grootschalige (voor)investeringen nodig om een project van de grond te krijgen. Wat betekent dit voor eventuele afgetrokken btw indien een project bij gereedkoming als btw-belast was aangemerkt?
Uitgangspunt is dat voorbereidingskosten aftrekbaar zijn, wanneer project bij gereed als met btw-belast aangemerkt is.
Het algemene uitgangspunt is dat beoordeeld moet worden of het project wanneer deze tot uitvoering komt als btw belaste prestatie aangemerkt moet worden. Indien dat het geval is, dan is de btw op de investeringen, ook in de voorloopfase aftrekbaar in de aangifte btw. Daarbij dienen de gemaakte investeringen onderdeel te zijn van de uiteindelijke btw-belaste prestatie. Deze kosten kunnen omvangrijk zijn. Zeker als het project een lange aanloopfase, of een sterk innovatief karakter kent. Dit kan dan snel tot een verschil van inzicht leiden tussen de Belastingdienst en belastingplichtige of de mate van recht op vooraftrek van de btw.
Daarom is hierover ook een veelvoud aan jurisprudentie (in Europees verband) verschenen. Een paar beroemde arresten over dit onderwerp zijn Breitsohl, INZO en Rompelman.
Uit deze arresten blijkt dat als sprake is van een btw-belaste prestatie er ook voorbereidingshandelingen worden gerekend tot de btw-belaste prestatie. Dit is ook het geval wanneer bij een eerste aanslag zal blijken dat het project geen voortgang zal hebben. De Belastingdienst kan de in vooraftrek genomen btw op de voorloopkosten niet met terugwerkende kracht ontnemen (met als uitzondering wanneer er sprake is van misbruik van recht of fraude).
Vanzelfsprekend moet hierbij wel rekening worden gehouden met geldende wet- en regelgeving, zoals de herzieningsregeling op onroerende en roerende zaken.
Herkent u een bovengenoemde situatie, of heeft u een lopend geschil met de Belastingdienst hieromtrent? Dan is het van belang dat de uitgangspunten goed in kaart gebracht moeten worden.
Meer weten?
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met onze btw/BCF specialist Nikita Brameijer of uw vaste aanspreekpunt voor meer informatie.