Btw-aftrek bij gemengd gebruik: niet mogelijk. 

6 november 2025

In deze zaak oordeelt de Rechtbank Gelderland over de btw-aftrek bij belaste verhuur, waarbij de bewijslast voor het belast gebruik ligt bij de verhuurder van een pand. De rechter concludeert dat de verhuurder niet aannemelijk heeft gemaakt dat het verhuurde object, waarvoor was geopteerd voor btw-belaste verhuur, daadwerkelijk voor belaste prestaties werd gebruikt. 

Feiten en omstandigheden

In geding is een belanghebbende die een fiscale eenheid vormt voor de omzetbelasting en betrokken was bij de herontwikkeling van een nieuwbouwcomplex. De Belastingdienst legde een naheffingsaanslag omzetbelasting van € 224.033 op voor het tijdvak 2020. De naheffingsaanslag betrof grotendeels de correcties op de aftrek van voorbelasting met betrekking tot twee delen: CP1 € 96.583 (een atelier met bedrijfswoning) en CP5 € 121.330 (verkoop- en/of tentoonstellingsruimte en vergaderruimte). Op 1 november 2020 sloot belanghebbende voor CP1 een huurovereenkomst met een echtpaardat schriftelijk verklaarde het gehuurde blijvend te gebruiken voor activiteiten waarvoor (vrijwel) volledige btw-aftrek geldt. In de huurovereenkomst werd geopteerd voor belaste verhuur op grond van artikel 11, lid 1, aanhef onder b, onderdeel 5 Wet OB. Feitelijk omvatte CP1 meerdere verdiepingen als woonruimte. De huurders verklaarden echter dat de begane grond en de derde verdieping als kunstatelier met bijbehorende opslagruimte dienden, terwijl de eerste en tweede verdieping als woonruimten werden gebruikt. Gelijktijdig met de naheffing werd een verzuimboete van € 5.514 opgelegd.  

Geschil

In de beroepsfase stond niet langer de aftrek van CP5 van € 121.330 ter discussie. Deze werd alsnog toegestaan. In geschil bleef de vraag of de correctie van de voorbelasting voor CP1 terecht was.   

 

Belanghebbende betoogde dat slechts de helft van de voorbelasting had mogen worden gecorrigeerd omdat de atelier- en opslagruimten belast worden gebruikt. Volgens de inspecteur kon voor CP1 niet worden geopteerd voor belaste verhuur omdat het pand niet voor ten minste 90% voor belaste prestaties werd gebruikt.  

Vonnis Rechtbank Gelderland

Op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wet OB is de verhuur van onroerende zaken in beginsel vrijgesteld van omzetbelasting. Opteren voor belaste verhuur is slechts mogelijk voor gedeelten die niet als woning worden gebruikt én die door de huurder voor ten minste 90% voor belaste prestaties worden aangewend. De bewijslast hiervoor ligt bij belanghebbende.  

Belanghebbende heeft erkend dat de eerste en tweede verdieping als woonruimte dienden. De huurders verklaarden dat de begane grond en derde verdieping als kunstatelier en opslagruimte werden gebruikt. De rechtbank is echter van oordeel dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake was van belast gebruik van de atelier- en opslagruimten. Geen van de huurders is in de hoedanigheid van kunstenaar als belast ondernemer voor de omzetbelasting aangemeld. Ook zijn er geen objectieve aanknopingspunten dat zij als zodanig handelen. Verder ontbrak er een verdere onderbouwing van het gestelde gebruik als atelier en opslag.  

De correctie van de voorbelasting op CP1 bleef dus in stand. Of de begane grond en derde verdieping als zelfstandige delen van het pand kunnen worden aangemerkt, kan daarmee in het midden blijven.  

De Rechtbank verklaart het beroep gegrond, voornamelijk omdat de Belastingdienst in de beroepsfase alsnog aftrek toestond voor CP5, waarmee de naheffingsaanslag werd verlaagd tot € 97.213. De verzuimboete bleef in stand, maar werd wegens overschrijding van de redelijke termijn (artikel 6 EVRM) gematigd met 15% tot € 4.686.  

Gevolgen voor de praktijk

Deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland bevestigt dat voor de btw-aftrek bij belaste verhuur de bewijslast volledig bij de verhuurder ligt. Deze moet aannemelijk maken dat het gehuurde voor ten minste 90% belast wordt gebruikt en dat het niet om woningruimten gaat. Bij gebrek aan objectieve onderbouwing wordt de aftrek van voorbelasting geweigerd.

Meer weten?

Wilt u meer weten over de impact op uw organisatie? Neem gerust contact op met Btw/BCF en overdrachtsbelasting specialist mr. Nikita Brameijer, Btw/BCF specialist Marian Roberti MSc of uw vaste aanspreekpunt. Wij helpen u graag!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws

Komende opleidingen