Geen ondernemerschap voor de btw door gebrek aan feitelijke zelfstandigheid en economische risico’s

8 juli 2025

In de eenmanszaak van een arts voert de partner nagenoeg alle werkzaamheden uit. De arts had nauwelijks feitelijke betrokkenheid en droeg ook geen ondernemersrisico. Aan de hand van onder andere het arrest Gmina Wroclaw heeft het Hof Amsterdam geoordeeld dat geen sprake is van ondernemerschap voor de btw gezien het gebrek aan zelfstandig handelen op eigen naam en voor eigen rekening en risico. 

Omstandigheden casus

In de betreffende zaak (ECLI:NL:GHAMS:2025:1156) ging het om een eenmanszaak van een arts, de belanghebbende. De eenmanszaak houdt zich bezig met vervaardiging van machines voor de farmaceutische industrie. De arts verzoekt om als ondernemer aangemerkt voor de Wet OB en vraagt teruggave van omzetbelasting. De inspecteur stelt naderhand vast dat de partner van de arts feitelijk de activiteiten heeft uitgevoerd en legt daarom een naheffingsaanslag op. De partner heeft de machine ontworpen en het octrooi van deze machine op zijn naam staan. Verder voert de partner ook de administratie en doet de belastingaangiften. In een verhoor van de FIOD verklaart de arts dat zij geen activiteiten uitvoert in haar eenmanszaak.

In geschil is of de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht is. Meer specifiek is het in geschil of de arts kon worden aangemerkt als ondernemer ten behoeve van haar eenmanszaak.

Het Hof

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Het Hof toetst of belanghebbende voldoet aan het ondernemerschapsbegrip. Een ondernemer voor de btw verricht zelfstandig een economische activiteit ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit.

Aan de hand van Europese rechtspraak is de volgende conclusie getrokken in deze zaak. Arresten Gmina Wroclaw (ECLI:EU:C:2015:635) en Christine Nigl e.a. (ECLI:EU:C:2016:764) bepalen of een economische activiteit zelfstandig wordt verricht. Dit hangt af van de vraag of de eiseres haar activiteiten op eigen naam, voor eigen rekening en onder haar eigen verantwoordelijkheid verricht en of zij het aan die activiteiten verbonden economische risico draagt. Belastingplichtige moet daadwekelijk zelf de activiteit uitvoeren en het risico dragen, enkel formeel is onvoldoende.

Uit de feiten blijkt dat de partner van belanghebbende feitelijk nagenoeg geheel alle activiteiten uitvoert van de eenmanszaak. Uit de facturen die op naam van de eenmanszaak zijn gezet en betaald worden komt onvoldoende naar voren dat er sprake is van handelen uit eigen naam en voor eigen rekening en risico. Dit leidt tot het oordeel dat belanghebbende geen ondernemer is voor de Wet OB en dat inspecteur terecht de naheffingsaanslag heeft opgelegd.

Gevolgen voor de praktijk

In deze zaak is bevestigd dat het voor ondernemerschap voor de btw verreist is dat feitelijk gezien sprake is van zelfstandigheid en het handelen op eigen naam en voor eigen risico. Breder gezien is het van belang dat een onderneming op de juiste tenaamstelling activiteiten uitoefent. Waak ervoor dat een onderneming op uw naam niet daadwerkelijk wordt uitgeoefend door iemand anders. Dit brengt fiscale en mogelijk andere juridische risico’s met zich mee.

Meer weten?

Als u vragen of opmerkingen heeft, dan kunt u contact opnemen met onze btw-specialist Nikita Brameijer, nikita.brameijer@fiscaliade.nl, 06 21 93 43 61 of uw vaste aanspreekpunt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *