De Kennisgroep van de Belastingdienst heeft geoordeeld dat een provincie ten aanzien van personeelsvoorzieningen geen correctie hoeft toe te passen op de gecompenseerde omzetbelasting op 100% BCF-gelabelde goederen en diensten die mede voor privédoeleinden van werknemers worden gebezigd.
Omstandigheden casus
Op 11 juli 2024 heeft de Belastingdienst een kennisstandpunt gepubliceerd (KG:210:2024:7 BCF; laadpaal) in een casus waarbij de provincie een elektrische dienstauto en laadpaal aan een werknemer verstrekte. Deze werknemer mocht de auto en laadpaal ook privé gebruiken zonder dat daar extra kosten aan waren verbonden. Deze werknemer was uitsluitend werkzaam in de overheidssfeer van de provincie. De omzetbelasting die drukte op de aanschaf- en onderhoudskosten van de auto en de laadpaal is gecompenseerd via het Btw-compensatiefonds.
Art 4 lid 1 sub a Wet op het btw-compensatiefonds (hierna: Wet BCF) lijkt de compensatie van de btw uit te sluiten. Er is immers sprake van een verstrekking aan een individuele derde. Toch is er volgens de kennisgroep recht op compensatie.
Waarom recht op compensatie?
Tot 2007 was de omzetbelasting die drukte op personeelsvoorzieningen niet compensabel, uitdrukkelijk bepaald in het toenmalige art. 4 lid 1 sub b Wet BCF.
Via een besluit van 7 december 2006 heeft de Minister van Financiën zijn goedkeuring verleend, voor het compenseren van btw die drukt op verstrekkingen aan personeel. Dit vooruitlopend op een wetswijziging per 2007. Vanaf dat moment is het niet van belang dat een verstrekking ook voor persoonlijke doeleinden wordt gebruikt.
In de nota van toelichting op het Besluit van 20 oktober 2008 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Btw-compensatiefonds (Staatsblad 2008, 467) is in dit verband het volgende gesteld:
“Er bestaat daardoor voor een publiekrechtelijk lichaam of een regionaal openbaar lichaam geen beperking meer op het recht tot compensatie voor verstrekkingen aan hun personeel voor onder andere huisvesting, sportfaciliteiten en privévervoer.”
Gevolgen voor de praktijk
Compensatie van btw op kosten die ook worden gemaakt ten behoeve van personeelsverstrekkingen zijn compensabel indien:
- De kosten zijn gemaakt in het kader van een overheidstaak;
- De persoon ook 100% in de overheidssfeer van de organisatie werkzaam is;
- Deze in de administratie ook als 100% btw-compensabel gelabeld zijn;
- En mede voor privédoeleinden van werknemers worden gebruikt.
Een voorbeeld in dezen zijn de kosten van de aanschaf en het onderhoud van een dienstauto voor het college van B&W. De btw op deze kosten kan worden gecompenseerd. Voor het privégebruik van de dienstauto hoeft geen correctie op de btw-compensatie te worden gemaakt.
Worden kosten echter volledig gemaakt voor een ondernemerstaak van een overheidslichaam (dus niet overheidstaak), dan is een correctie op de (via de reguliere btw-aangifte) genoten btw-aftrek ten aanzien van personeelsverstrekkingen noodzakelijk. Dit is ook het geval als t.a.v. de kosten het algemene mengpercentage van toepassing is. Er dient dan wel rekening te worden gehouden een correctie ten aanzien van aandeel ondernemers-btw (verrekenbare gedeelte dat in aftrek is gebracht via de btw-aangifte).
Meer weten?
Als u vragen of opmerkingen heeft, dan kunt u contact opnemen met onze btw-specialist Nikita Brameijer, nikita.brameijer@fiscaliade.nl, 06 21 93 43 61 of uw vaste aanspreekpunt.
